Uitspraak
GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN CURAÇAO
[klaagster],
de Regering van Curaçao,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet bezwaar van klaagster on
gegrond.
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft klaagster, de Regering van Curaçao, bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerster, dat haar verzoek om herziening van de rechtspositie heeft afgewezen. Klaagster had eerder, op 16 december 2019, haar verzoek om herziening herhaald, nadat ze in 2013 al een verzoek had ingediend. Verweerster heeft het bestreden besluit op 3 februari 2020 genomen en klaagster heeft hiertegen op 20 mei 2020 bezwaar gemaakt. De zitting vond plaats op 28 september 2020, waar klaagster werd bijgestaan door haar gemachtigde P.W. Rompel en verweerster door mr. S.M. Concincion-Quirindongo.
Het Gerecht in Ambtenarenzaken heeft overwogen dat klaagster tijdig bezwaar heeft gemaakt, omdat zij op 8 mei 2020 kennis nam van het bestreden besluit. Echter, het bezwaar zelf werd ongegrond verklaard. Klaagster had onvoldoende onderbouwd waarom zij het niet eens was met het besluit en haar beroep op het gelijkheidsbeginsel was niet voldoende toegelicht. Het Gerecht oordeelde dat klaagster niet had aangetoond welke nieuwe gronden er waren in haar herhaalde verzoek, waardoor haar bezwaar niet kon slagen.
De beslissing van het Gerecht werd op 4 november 2020 openbaar uitgesproken door rechter N.M. Martinez, met griffier O.H.M. Leito aanwezig. Tegen deze uitspraak staat voor beide partijen binnen dertig dagen hoger beroep open bij de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken, conform de regels van de RAr.