Uitspraak
GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
[klager],
de Gouverneur van Aruba,
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
totdatop de tegen dit landsbesluit gemaakte bezwaar is beslist.
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 27 januari 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot het treffen van een voorziening bij voorraad. De verzoeker, de Gouverneur van Aruba, had op 11 november 2019 een landsbesluit genomen waarin hij de disciplinaire straf van ontslag aan de verzoeker had opgelegd, met onmiddellijke tenuitvoerlegging. De verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorziening bij voorraad, omdat hij vreesde voor onevenredig nadeel indien het ontslagbesluit in de hoofdzaak geen stand zou houden.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De rechter heeft vastgesteld dat de hoofdregel is dat de opgelegde disciplinaire straf niet ten uitvoer wordt gelegd zolang deze niet onherroepelijk is. Slechts in uitzonderlijke gevallen, wanneer het dienstbelang dat vordert, kan hiervan worden afgeweken. De rechter heeft geconcludeerd dat de verweerder niet voldoende heeft gemotiveerd waarom onmiddellijke tenuitvoerlegging noodzakelijk was, en dat de verzoeker in zijn belangen wordt geschaad door het ontslag.
Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten om het bestreden landsbesluit te schorsen, wat betekent dat de verzoeker zijn bezoldiging blijft ontvangen totdat er een beslissing is genomen op het bezwaar tegen het ontslagbesluit. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en is definitief, er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.