In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 26 augustus 2019 uitspraak gedaan in een bezwaar van klaagster, een politieambtenaar, tegen een voorgenomen disciplinaire straf van ontslag. Klaagster was betrokken bij een verkeersongeval op 13 maart 2015, waarbij een twaalfjarig meisje om het leven kwam. Na een strafrechtelijke veroordeling op 5 juli 2018, waarbij klaagster een taakstraf en een ontzegging van de rijbevoegdheid kreeg opgelegd, heeft verweerder op 14 mei 2018 een disciplinaire straf van terugzetting in rang opgelegd. In november 2018 heeft verweerder klaagster in kennis gesteld van zijn voornemen om haar opnieuw te straffen met ontslag, wat klaagster betwistte.
Het gerecht heeft geoordeeld dat het opleggen van een nieuwe disciplinaire straf in strijd is met artikel 86, eerste lid, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma), dat bepaalt dat slechts één disciplinaire straf kan worden opgelegd voor dezelfde gedraging. Het gerecht concludeert dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een nieuwe straf rechtvaardigen, en dat de eerdere disciplinaire straf niet kan worden herhaald. Het bezwaar van klaagster is gegrond verklaard, en het voornemen tot ontslag mag niet ten uitvoer worden gelegd. De uitspraak benadrukt het ne bis in idem-beginsel, dat verbiedt dat iemand voor dezelfde feiten opnieuw wordt bestraft.
De uitspraak is gedaan door mr. A.J.H. van Suilen en biedt belangrijke inzichten in de toepassing van het ambtenarenrecht, met name in gevallen van disciplinaire straffen en de bescherming van ambtenaren tegen dubbele bestraffing voor dezelfde feiten.