ECLI:NL:OGAACMB:2019:7

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
18 februari 2019
Publicatiedatum
7 maart 2019
Zaaknummer
AUA201802406
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluitvorming en bezwaar in ambtenarenzaken met betrekking tot bevordering en waarnemerstoelage

In deze zaak heeft klager, een ambtenaar, op 25 juli 2017 een verzoek ingediend om bevorderd te worden tot de functie van Medewerker Hypotheekkantoren en om een waarnemerstoelage toegekend te krijgen voor een eerdere periode. Het verzoek is ingediend bij de Gouverneur van Aruba, die als verweerder optreedt. Klager heeft op 6 augustus 2018 bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek. De zaak is behandeld op 4 februari 2019, waarbij klager in persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn advocaat, en de verweerder vertegenwoordigd werd door een gemachtigde.

De rechter heeft overwogen dat de verweerder geen beslissing heeft genomen op het verzoek van klager, waardoor klager mocht aannemen dat zijn verzoek was geweigerd. De rechter verwijst naar een eerdere uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken, waarin is vastgesteld dat het uitblijven van een beslissing niet als een afwijzing kan worden gekwalificeerd. Dit betekent dat klager het recht heeft om bezwaar te maken tegen het niet-beslissen van de verweerder.

De rechter heeft het bezwaar gegrond verklaard en de verweerder opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak schriftelijk op het verzoek van klager te beslissen. De uitspraak is gedaan door mr. M. Soffers en is openbaar uitgesproken op 18 februari 2019. Beide partijen hebben het recht om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen voor het indienen van het hogerberoepschrift.

Uitspraak

Uitspraak van 18 februari 2019
GAZA nr. AUA201802406

GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[Klager],

wonende te Aruba,
KLAGER,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
gericht tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,

zetelende te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: A. Lumenier (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Klager heeft bij brief van 25 juli 2017, ingediend op 26 juli 2017, verzocht om hem met ingang van 25 juli 2014 te bevorderen tot de functie van Medewerker Hypotheekkantoren (schaal 10) en hem over de periode 8 februari 2007 tot en met 24 juli 2014 een waarnemerstoelage toe te kennen.
Tegen het uitblijven van een beslissing op haar verzoek heeft klager op 6 augustus 2018 bezwaar gemaakt bij het gerecht.
Verweerder heeft op 28 januari 2019 stukken ingediend.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 4 februari 2019. Klager is in persoon, bijgestaan door zijn gemachtigde, verschenen en verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1.1
Nu verweerder geen beslissing heeft genomen op het op 26 juli 2017 ingediend verzoek van klager mocht hij, gelet op de aard van dat verzoek, ten tijde van het indienen van zijn bezwaarschrift aannemen dat verweerder heeft geweigerd op zijn verzoek te beslissen.
1.2
Nu verweerder nog altijd niet inhoudelijk op klagers verzoek heeft beslist, is het bezwaar gegrond. Het gerecht verwijst in dit verband naar de uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van 21 oktober 2009, ECLI:NL:ORBANAA:2009:BK9368, waaruit volgt dat de weigering te beschikken niet als een afwijzende beschikking, noch als een goedkeurende beschikking wordt gekwalificeerd. De mogelijkheid van het instellen van een rechtsmiddel tegen de weigering om te beschikken is dus een procedureel middel dat kan worden ingezet om het bestuursorgaan te bewegen tot besluitvorming. Verweerder zal derhalve alsnog een (reële) beslissing moeten nemen op het verzoek van klager. Het gerecht zal daartoe een termijn stellen van drie maanden na heden.
1.3
Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het bezwaar gegrond;
- draagt verweerder op om binnen een termijn van drie maanden na dagtekening van deze uitspraak schriftelijk op het verzoek van klager te beslissen.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in ambtenarenzaken, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 18 februari 2018 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.