In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 18 februari 2019 uitspraak gedaan over een bezwaar van klager, een ambtenaar bij het Departamento di Integracion, Maneho y Admision di Stranhero (DIMAS), tegen een disciplinaire straf van voorwaardelijk ontslag. Klager had op 24 juli 2018 bezwaar gemaakt tegen het landsbesluit van 11 juni 2018, waarin hem deze straf was opgelegd wegens seksuele intimidatie van een vrouwelijke collega. Het gerecht oordeelde dat de handeling van klager, waarbij hij zich dicht bij de aangeefster bevond en deed alsof hij haar wilde zoenen, als seksuele intimidatie kon worden aangemerkt. Het gerecht stelde vast dat de gedragingen van klager niet alleen ongepast waren, maar ook de professionele sfeer binnen de organisatie in gevaar brachten. Klager had eerder al een klacht tegen zich gehad, wat meegewogen werd in de beslissing. Het gerecht concludeerde dat de disciplinaire straf van voorwaardelijk ontslag gerechtvaardigd was, gezien de ernst van het plichtsverzuim en het feit dat klager een gewaarschuwd man was. Het bezwaar van klager werd ongegrond verklaard.