Bij brief van 23 augustus 2016, ingediend op 24 augustus 2016, heeft klaagster zich verantwoord. Zij schrijft:
“(…)
Ondergetekende moge voorop stellen dat het plichtsverzuim onvolledig en gebrekkig is, omdat er geen bewijs hiervoor werd overgelegd, noch tijd en datum.
Voor wat betreft punt 1, moge ondergetekende vermelden dat zij niet op de hoogte is dat er een afspraak bestaat dat er een vuurwapengevaarlijke persoon, tegen wie een opsporing en aanhoudingsbericht van kracht was, bij aankomst naar het Douane-kantoor begeleid moet worden in plaats van het kantoor van de immigratie.
Bij navraag bij de Douane is gebleken dat er geen afspraken zijn over het ophouden van verdachten in hun kantoor, tot dat de personeel Grenspolitie hen komt aanhouden.
(…)
Punt 2:
Ondergetekende wordt verweten dat zij goederen van de bemanningsleden van barkjes in ontvangst heeft genomen terwijl er duidelijke afspraken zijn gemaakt dat dit niet is toegestaan.
De ambtsberichten vermelden niet wanneer, datum en tijd, en ook niet van welke barkjes ondergetekende goederen van de bemanningsleden en de barkjes in ontvangst heeft genomen.
Wel kan ondergetekende U berichten dat zij goederen (vruchten en groenten) bij de barkjes koopt.
Punt 3:
(…)
Ongedateerde of ongetekende bemanningslijsten kan ondergetekende U het volgende berichten, het kan gebeuren dat een van de bemanningslijst niet getekend wordt, of dat het stempel op de bemanningslijst niet het juiste datum is. Fouten zijn menselijk.
(…)
Personen met een verschillende status laten vertrekken dan degene die zij hadden bij aankomst kan ondergetekende U het volgende berichten, personen die verwijderd worden en geen geld hebben om een reisbiljet naar land van herkomst te kopen worden gestuurd met de barkjes maar met toestemming van de kapitein en de agentschap. Er zijn ook personen de alhier zijn achtergebleven en hebben geen geld om een nieuwe reisbiljet te kopen naar land van herkomst, kan ook met toestemming van de kapitein en de agentschap vertrekken op de barkjes.
(…)”