In deze zaak heeft klaagster, wonende te Aruba, op 13 maart 2018 een verzoek tot bevordering ingediend bij verweerder, de Gouverneur van Aruba. Na het uitblijven van een beslissing op dit verzoek heeft klaagster op 23 oktober 2018 bezwaar gemaakt bij het Gerecht in Ambtenarenzaken. De zaak is behandeld op 6 mei 2019, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. Het Gerecht oordeelt dat het bezwaar gegrond is, omdat verweerder geen inhoudelijke beslissing heeft genomen op het verzoek van klaagster. Het Gerecht verwijst naar eerdere verzoeken van klaagster en concludeert dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend. Verweerder wordt opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak schriftelijk op het verzoek van klaagster te beslissen. Daarnaast wordt verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van klaagster, begroot op 350,-. De uitspraak is gedaan door mr. M. Soffers en is openbaar uitgesproken op 20 mei 2019. Beide partijen hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen.