In deze zaak heeft klager bezwaar gemaakt tegen de rang en schaal van zijn aanstelling als ambtenaar. Klager, die werkzaam is als keuringsambtenaar bij de Dienst Technische Inspecties (DTI), was met ingang van 1 september 2017 aangesteld in de rang van onderhoudsmedewerker B in schaal 3, dienstjaar 9. Klager heeft op 22 augustus 2018 bezwaar gemaakt tegen het landsbesluit waarin deze aanstelling was vastgelegd. Tijdens de zittingen op 11 februari en 1 april 2019 heeft klager in persoon zijn standpunt toegelicht, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde A. Lumenier.
Klager betoogde dat hij, gezien zijn opleiding en ervaring, in de rang van technisch beambte 1ste klasse in schaal 3, dienstjaar 10, zou moeten worden benoemd. Hij verwees naar vergelijkbare gevallen van collega’s die eerder in dezelfde functie waren aangesteld. De verweerder erkende ter zitting dat er een fout was gemaakt in de rangtoewijzing en dat deze gecorrigeerd zou worden.
Het gerecht heeft geoordeeld dat klager ten onrechte was benoemd in de rang van onderhoudsmedewerker, en dat hij gelijkgesteld moet worden aan zijn collega’s. Het bezwaar van klager is gegrond verklaard en het bestreden landsbesluit is vernietigd. De uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht en is openbaar uitgesproken op 13 mei 2019. Beide partijen hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen.