ECLI:NL:OGAACMB:2019:38

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
6 mei 2019
Publicatiedatum
13 mei 2019
Zaaknummer
AUA201802957
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de afwijzing van een schaarstetoelage aan een ambtenaar in Aruba

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van een klager tegen de afwijzing van zijn verzoek om toekenning van een schaarstetoelage door de Minister van Financiën, Economische Zaken en Cultuur. Klager, die sinds 15 juni 2009 in dienst is bij het Land Aruba en sinds 1 oktober 2010 als ambtenaar in vaste dienst is benoemd, had verzocht om een schaarstetoelage over de periode van 15 juni 2009 tot heden. De Minister heeft dit verzoek afgewezen op basis van ambtsberichten en eerdere correspondentie, waaruit zou blijken dat klager niet conform de functievereisten heeft gefunctioneerd bij de Algemene Rekenkamer van Aruba (ARA). Klager heeft bezwaar aangetekend en betwist dat hij niet aan de functievereisten voldeed, daarbij verwijzend naar positieve beoordelingen tijdens zijn praktijkopleiding tot accountant en zijn inschrijving in het Accountantsregister.

Tijdens de zitting op 25 maart 2019 heeft klager zijn standpunt toegelicht, terwijl de Minister zich liet vertegenwoordigen door een gemachtigde. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er geen formele beoordelingen van klagers functioneren bij de ARA zijn geweest, wat de afwijzing van de schaarstetoelage problematisch maakt. Het Gerecht concludeert dat de Minister onvoldoende onderbouwd heeft dat klager bij het Departamento di Aduana Aruba (DAA) werkzaamheden op het niveau van een accountant uitvoert, en dat de afwijzing van de schaarstetoelage voor deze werkzaamheden niet voldoende gemotiveerd is.

De uitspraak van het Gerecht is dat het bezwaar van klager gegrond is, de bestreden beslissing van de Minister wordt vernietigd, en de Minister wordt opgedragen binnen drie maanden een nieuwe beslissing te nemen, rekening houdend met de overwegingen van het Gerecht. Dit biedt klager de mogelijkheid om alsnog in aanmerking te komen voor de schaarstetoelage, afhankelijk van de beoordeling van zijn werkzaamheden bij het DAA.

Uitspraak

Uitspraak van 6 mei 2019
Gaza nr. AUA201802957

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[klager],

wonende in Aruba,
KLAGER,
procederend in persoon,
tegen:

DE MINISTER VAN FINANCIËN, ECONOMISCHE ZAKEN EN CULTUUR,

zetelende in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: A. Lumenier (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij brief van 23 augustus 2018 (hierna: de bestreden beslissing) heeft verweerder het verzoek van klager om toekenning van een schaarstetoelage afgewezen.
Hiertegen heeft klager op 20 september 2018 bezwaar ingesteld bij dit gerecht.
De zaak is behandeld ter zitting van 25 maart 2019. Klager is in persoon verschenen en verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
Hierna is uitspraak bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De feiten

1.1
Klager is vanaf 15 juni 2009 tewerkgesteld in dienst bij het Land Aruba en sinds 1 oktober 2010 benoemd als ambtenaar in vaste dienst.
1.2
Klager was van 15 juni 2009 tot en met 1 juli 2016 werkzaam bij de Algemene Rekenkamer van Aruba (ARA) en vanaf 1 juli 2016 tot heden bij Departamento di Aduana Aruba.
1.3
Bij brieven van 27 maart 2014 en 28 oktober 2016 heeft klager verzocht hem een schaarstetoelage (accountancytoelage) toe te kennen over de periode van 15 juni 2009 tot heden.
1.4
Bij de bestreden beslissing is het onder 1.3 genoemde verzoek afgewezen.
De standpunten van partijen
2.1
Verweerder heeft aan zijn beslissing ten grondslag gelegd dat uit ambtsberichten en uit de brief van 23 juli 2012 is gebleken dat klager bij de ARA niet conform de functievereisten heeft gefunctioneerd. Daarnaast worden voor de werkzaamheden die klager sinds 1 juli 2016 bij het Departamento di Aduana Aruba (DAA) verricht geen schaarstetoelage toegekend.
2.2
Klager heeft naar voren gebracht dat er geen formele beoordelingen van zijn functioneren hebben plaatsgevonden. Klager heeft betwist dat hij niet conform de functievereisten bij de ARA heeft gefunctioneerd. Tijdens de praktijkopleiding tot AA accountant is klager intensief opgeleid op het gebied van kennis, vaardigheden en houding. Uit de positieve beoordelingen voor de praktijkopleiding blijkt dat klager goed functioneerde in zijn functie als projectleider. Voorts heeft klager erop gewezen dat hij op 21 november 2014 is ingeschreven in het Accountantsregister van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants.
Tevens betoogt klager dat hij in zijn functie bij het DAA vele accountantswerkzaamheden verricht waardoor hij in aanmerking komt voor een schaarstetoelage.
Regelgeving
3.1
Ingevolge artikel 25, eerste lid, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (hierna: Lma) kan de betrokken minister aan de ambtenaar, aan wie zodanige eisen gesteld worden dat zijn positie of taak een bijzonder karakter draagt, een in ieder bijzonder geval vast te stellen toelage toekennen.
3.2
Het beleid van verweerder ter zake van de schaarstetoelage, zoals neergelegd in het handboek onder paragraaf 4.1 en 4.1.14, luidt - voor zover hier van belang - als volgt:

4.1 Toelagen en vergoedingen
De overheid van Land Aruba kent verschillende toelagen en vergoedingen. In dit hoofdstuk worden er 16 toelagen besproken. Ingevolge vigerend beleid mogen bevorderingen, toelagen (inclusief vergoedingen) en gratificaties, gerekend vanaf datum officiële registratie c.q. verzoek, niet meer dan drie (3) jaren terugwerken. De indiening van een verzoek bij een leidinggevende van een overheidsdienst wordt als officiële registratie beschouwd bij de toepassing van die beleidsregel. Van belang is echter dat ook in die gevallen de datum van indiening moet kunnen worden aangetoond (bijvoorbeeld middels registratie door de betreffende overheidsdienst) (circulaire 09-12-08).
4.1.14
Schaarstetoelage

Wie komen in aanmerking voor de schaarstetoelage?
Gekwalificeerde krachten welke, gezien de schaarste die er op Aruba heerst, moeilijk zijn aan te trekken voor de volgende diensten/directies (…):
  • Directie Financiën (DF);
  • Centrale Accountantsdienst (CAD);
  • Algemene Rekenkamer Aruba (ARA);
  • Belastingkantoor (…);
  • IT-personeel Directie Informatievoorziening en Automatisering (DIA) (…);
  • Juristen Directie Wetgeving en Juridische Zaken (DWJZ) (…)
.… met een opleiding HEAO (BE/AA/RA), volledige SPD, NIVRA opleiding tot en met de eerste fase, doctoraal bedrijfseconomie en registeraccountant, FEF, SEF, doctoraal bedrijfskunde (financieel-economische richting), doctoraal bestuurskunde (financieel-economische richting) en Master of Business Administration (MBA) (…)
De kern van de regeling is: het toekennen van een toelage van 10% oplopend met 5% per jaar tot een maximum van 20% van de bezoldiging aan de zittende en nieuw aan te trekken gekwalificeerde krachten die aan de opleidingseisen voldoen en goed functioneren.
Toelage van:
10% na een positieve beoordeling over een periode van zes (6) maanden;
(…).
Wat betreft de belastingdienst was deze algemene regeling tot 1 december 2004 alleen van toepassing op de BAD, doch met ingang van 1 december 2004 is deze regeling, in verband met de reorganisatie van de Belastingdienst van toepassing verklaard op het Belastingkantoor.”
De beoordeling
4.1
Het gerecht is van oordeel dat verweerder in redelijkheid tot de conclusie heeft kunnen komen dat verzoeker bij ARA niet conform de functievereisten heeft gefunctioneerd. Verweerder heeft zich daarbij mogen baseren op het advies van 23 maart 2018 van mw. drs. O.E. Lares, directeur Departamento Recurso Humano (DRH) om klagers verzoek om toekenning van een schaarstetoelage af te wijzen. De directeur wijst erop dat tot op heden geen beoordeling is geschied terwijl bij advies van 26 oktober 2011 reeds is bericht dat voor toekenning van een schaarstetoelage de ARA een beoordeling dient aan te leveren. Voorts concludeert de directeur dat klager zijn werkzaamheden niet op het vereiste niveau heeft uitgevoerd hetgeen blijkt uit het schrijven van 23 juli 2012 gericht aan klager inzake zijn verzoek voor overplaatsing van de ARA naar het Departamento di Impuesto.
4.2
Het gerecht stelt vast dat er geen formele beoordeling van klager over zijn functioneren bij de ARA heeft plaatsgevonden. Het betoog van klager dat hij in het kader van zijn praktijkopleiding als registeraccountant voortdurend is beoordeeld, leidt niet tot de conclusie dat een positieve beoordeling van de ARA is overgelegd. Dit geldt evenzeer voor de door klager aangehaalde positieve referenties. Verweerder heeft in deze omstandigheden geen reden hoeven te zien om af te wijken van het advies van de directeur van DRH. Op grond van het vorenstaande heeft verweerder het toekennen van de schaarstetoelage voor klagers werkzaamheden bij de ARA kunnen afwijzen. Het beroep slaagt niet voor zover het ziet op de werkzaamheden bij de ARA.
5.1
Het gerecht ziet zich voorts voor de vraag gesteld of verweerder op goede gronden heeft geconcludeerd dat voor klagers werkzaamheden bij het DAA geen schaarstetoelage wordt toegekend. Verweerder heeft ter zitting toegelicht dat klager bij het DAA geen werkzaamheden op het niveau van een accountant uitvoert maar zich vooral bezig houdt met het coördineren van opleidingen, hetgeen klager betwist. Het gerecht stelt vast dat klager bij Ministeriele Beschikking van 13 december 2016 benoemd is in de staffunctie van comptroller ter ondersteuning van de bedrijfsvoering van het DAA. De bij de benoeming opgenomen functiebeschrijving omvat een uitgebreid takenpakket onder meer inhoudende het bewaken van de financiële positie en resultaten van DAA, verantwoordelijkheid voor alle rapportages en analyses, coördineren en monitoren van financiële rapportages, jaarrekening en meerjarenplanningen, het verzorgen van audit trail en het adviseren van de directeur op het gebied van personeel en bedrijfsvoering. Uit dit takenpakket blijkt dat het ondersteunen en adviseren omtrent interne leergangen slechts een klein onderdeel is van het takenpakket. Daarnaast is in het e-mailbericht van 7 januari 2016 door de heer Bermudez de taakstelling aan klager bevestigd. In dit schrijven is opgenomen dat de voornaamste taakstelling van de comptroller de optimalisatie van de bedrijfsvoering ter ondersteuning van het primair proces van DAA is. Het advies van de directeur dat klager bij het DAA het opleidingen coördineert, is niet in overeenstemming met klagers takenpakket zoals blijkt uit de ministeriële beschikking en voornoemd schrijven. Verweerder heeft hiervoor geen afdoende verklaring kunnen geven en heeft niet nader onderbouwd dat het takenpakket van klager na zijn aanstelling ingrijpend is gewijzigd danwel dat klager slechts een deel van zijn takenpakket uitvoert.
5.2
Het bestreden besluit is in zoverre onvoldoende draagkrachtig gemotiveerd. Het beroep slaagt wel daarom voor zover het ziet op de werkzaamheden bij het DAA. Het besluit kan om die reden niet in stand blijven.
5.3
Verweerder dient in het nieuw te nemen besluit inzichtelijk te maken welke werkzaamheden klager in zijn functie van comptroller bij het DAA feitelijk uitvoert en vervolgens te beoordelen of klager in aanmerking komt voor de schaarstetoeslag voor zijn werkzaamheden bij het DAA.
6. Het vorengaande leidt tot de volgende beslissing.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar gegrond;
vernietigt de bestreden beslissing van 23 augustus 2018;
bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een nieuwe beslissing dient te nemen, met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is bepaald.
Deze uitspraak is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in ambtenarenzaken te Aruba en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 6 mei 2019, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.