ECLI:NL:OGAACMB:2019:30

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
8 april 2019
Publicatiedatum
15 april 2019
Zaaknummer
AUA201802213
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluitvorming en bezwaar in ambtenarenzaken met betrekking tot bevordering

In deze zaak heeft klaagster, een ambtenaar, op 20 juni 2017 een verzoek ingediend om bevorderd te worden naar schaal 14, met ingang van 1 juli 2016. Aangezien verweerder, de Gouverneur van Aruba, geen beslissing heeft genomen op dit verzoek, heeft klaagster op 20 juli 2018 bezwaar gemaakt bij het Gerecht in Ambtenarenzaken. De zaak is behandeld op 25 maart 2019, waarbij klaagster in persoon aanwezig was, bijgestaan door haar advocaat, mr. D.G. Kock. Verweerder is niet verschenen, maar er was wel een vertegenwoordiger van het ministerie van Onderwijs aanwezig.

Het Gerecht heeft overwogen dat het uitblijven van een beslissing door verweerder betekent dat klaagster mocht aannemen dat haar verzoek was geweigerd. Het bezwaar is gegrond verklaard, omdat verweerder nog steeds niet inhoudelijk op het verzoek heeft beslist. Het Gerecht verwijst naar een eerdere uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken, waarin is vastgesteld dat de weigering om te beslissen niet als een afwijzing of goedkeuring kan worden gekwalificeerd. Dit biedt klaagster de mogelijkheid om het bestuursorgaan te dwingen tot besluitvorming.

De rechter heeft verweerder opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak schriftelijk op het verzoek van klaagster te beslissen. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot vergoeding van de kosten voor rechtsbijstand, die tot op heden zijn begroot op Afl. 700,-. De uitspraak is gedaan door mr. M. Soffers en is openbaar uitgesproken op 8 april 2019. Beide partijen hebben het recht om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen.

Uitspraak

Uitspraak van 8 april 2019
GAZA nr. AUA201802213

GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[klaagster],

wonende te Aruba,
KLAAGSTER,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
gericht tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,

zetelende te Aruba,
VERWEERDER.

PROCESVERLOOP

Klaagster heeft bij brief van 20 juni 2017 gerappelleerd op haar verzoek om haar met ingang van 1 juli 2016 te bevorderen naar schaal 14.
Tegen het uitblijven van een beslissing op haar verzoek heeft klaagster op 20 juli 2018 bezwaar gemaakt bij het gerecht.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 25 maart 2019. Klaagster is in persoon verschenen bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder is niet verschenen. Aanwezig was ook mr. T.V.H. Hassell (vertegenwoordiger van het ministerie van Onderwijs).
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1.1
Nu verweerder geen beslissing heeft genomen op het op 20 juni 2017 ingediend verzoek van klaagster mocht zij, gelet op de aard van dat verzoek, ten tijde van het indienen van haar bezwaarschrift aannemen dat verweerder heeft geweigerd op haar verzoek te beslissen.
1.2
Nu verweerder nog altijd niet inhoudelijk op klaagsters verzoek heeft beslist, is het bezwaar gegrond. Het gerecht verwijst in dit verband naar de uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van 21 oktober 2009, ECLI:NL:ORBANAA:2009:BK9368, waaruit volgt dat de weigering te beschikken niet als een afwijzende beschikking, noch als een goedkeurende beschikking wordt gekwalificeerd. De mogelijkheid van het instellen van een rechtsmiddel tegen de weigering om te beschikken is dus een procedureel middel dat kan worden ingezet om het bestuursorgaan te bewegen tot besluitvorming. Verweerder zal derhalve alsnog een (reële) beslissing moeten nemen op het verzoek van klaagster. Het gerecht zal daartoe een termijn stellen van drie maanden na heden.
1.3
Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.
1.4
Verweerder zal op na te melden wijze in de proceskosten worden veroordeeld.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het bezwaar gegrond;
- draagt verweerder op om binnen een termijn van drie maanden na dagtekening van deze uitspraak schriftelijk op het verzoek van klaagster te beslissen.
-veroordeelt verweerder tot vergoeding van de door klager gemaakte kosten voor rechtsbijstand, tot op heden begroot op een bedrag van Afl. 700,-.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in ambtenarenzaken en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 8 april 2019 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.