ECLI:NL:OGAACMB:2019:22

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
25 maart 2019
Publicatiedatum
15 april 2019
Zaaknummer
AUA201801625
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het verzoek om telefoontoelage door een ambtenaar werkzaam bij de Veterinaire Dienst Aruba

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 25 maart 2019 uitspraak gedaan over het bezwaar van een ambtenaar, klager, tegen de afwijzing van zijn verzoek om een telefoontoelage. Klager, werkzaam als waarnemend hoofd bij de Veterinaire Dienst Aruba, had op 9 augustus 2017 verzocht om een telefoontoelage, welke op 30 mei 2018 door de minister van Toerisme, Volksgezondheid en Sport was afgewezen. De minister stelde dat klager voornamelijk binnen de dienst werkzaam was en daarom niet in aanmerking kwam voor de toelage. Klager voerde echter aan dat hij buiten kantooruren regelmatig gebruik maakte van zijn privételefoon voor dienstdoeleinden, en dat dit essentieel was voor zijn werkzaamheden, waaronder communicatie met verschillende diensten en organisaties. Tijdens de zitting op 4 februari 2019 heeft klager zijn standpunt toegelicht en een verklaring van zijn voorganger overgelegd, waaruit bleek dat eerdere waarnemers en ambtenaren van de VDA wel een telefoontoelage hadden ontvangen.

Het gerecht heeft overwogen dat klager voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij voor dienstdoeleinden gebruik maakt van zijn privételefoon. De stelling van de minister dat klager voornamelijk binnen de dienst werkt, doet hier niet aan af. Het gerecht heeft het bezwaar van klager gegrond verklaard, de bestreden beschikking vernietigd en bepaald dat de minister binnen drie maanden een nieuwe beslissing moet nemen op het verzoek van klager. Deze uitspraak biedt een belangrijke precedent voor ambtenaren die in vergelijkbare situaties een telefoontoelage aanvragen.

Uitspraak

Uitspraak van 25 maart 2019
Gaza nr. AUA201801625

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[klager],

wonende in Aruba,
KLAGER,
procederend in persoon,
tegen:

DE MINISTER VAN TOERISME, VOLKSGEZONDHEID EN SPORT,

zetelende in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. M.P. Jansen (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij brief van 30 mei 2018 (hierna: de bestreden beschikking) heeft verweerder het verzoek van klager om hem een telefoontoelage toe te kennen, afgewezen.
Hiertegen heeft klager op 11 juni 2018 bezwaar ingesteld bij dit gerecht.
De zaak is behandeld ter zitting van 4 februari 2019. Klager is in persoon verschenen en verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
Hierna is uitspraak bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De feiten

1.1
Klager is ambtenaar en werkzaam als waarnemend hoofd bij de Veterinaire Dienst Aruba (hierna VDA).
1.2
Bij brief van 9 augustus 2017 heeft klager aan verweerder verzocht om hem een telefoontoelage toe te kennen.
1.3
Bij bestreden beschikking van 30 mei 2018 is het verzoek afgewezen. Verweerder schrijft:
“In antwoord op uw bovenvermeld verzoek wordt u het volgende bericht.
Uit ambtsberichten van de directeur van de Directie Volksgezondheid is vernomen dat uw werkzaamheden voornamelijk binnen de dienst worden verricht waardoor u niet in aanmerking kan komen voor een telefoontoelage.
Derhalve is uw verzoek voor een telefoontoelage niet voor inwilligging vatbaar.”
De standpunten van partijen
2.1
Klager kan zich niet verenigen met de weigering van de telefoontoelage en stelt dat hij buiten kantooruren voor dienstdoeleinden geregeld gebruik maakt van zijn mobiele telefoon. Het personeel van de VDA maakt gebruik van mobiele telefonie voor onder meer onderlinge communicatie, meldingen en terugkoppeling van zaken. Klager brengt naar voren dat voor de voortgang van de taken en de terugkoppeling de mobiele telefoon essentieel is. Ook wordt gedurende het weekend gebruik gemaakt van de mobiele telefoon betreffende onregelmatigheden of specifieke gevallen van het afmaakhok. Hij is na werktijd en in het weekeinde bereikbaar voor meerdere diensten zoals de directeur van Directie Volksgezondheid (DVG), de Douane, private dierenartsklinieken en verschillende NGO’s zoals Turtuga Aruba, Parke Arikok en Aruba Birdlife Conservation. Klager is het eerste aanspreekpunt bij zowel calamiteiten als simulaties daarvan.
2.2
Verweerder stelt zich op het standpunt dat de werkzaamheden van klager binnen de dienst worden verricht waardoor hij niet in aanmerking komt voor een telefoontoelage.
Regelgeving
3.1
Artikel 25 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (hierna: Lma) bepaalt
dat de betrokken minister aan de ambtenaar, aan wie zodanige eisen gesteld worden dat
zijn positie of taak een bijzonder karakter draagt, een in ieder bijzonder geval vast te
stellen toelage kan toekennen en dat de toelage wordt bepaald op ten hoogste
vijfentwintig ten honderd van de genoten bezoldiging.
3.2
Het beleid van verweerder ter zake van de telefoontoelage, zoals neergelegd in het handboek onder paragraaf 4.1.11 luidt - voor zover hier van belang - als volgt:
Ambtenaren die gebruik dienen te maken van hun privé-telefoon voor dienstdoeleinden hebben recht op een telefoontoelage van Afl. 44,- per maand (circulaire 25-05-02, beslissing van de ministerraad 26-03-02 en advies DPO 12-03-02). Dit bedrag komt overeen met de kosten voor een aansluiting van een netlijn en het abonnement van een toestel, alsmede ten behoeve van het voeren van vijfentwintig (25) lokale gesprekken à zes (6) minuten (circulaire 25-05-02 en circulaire 19-02-88)
.”
De beoordeling
4.1
Klager stelt dat hij voor dienstdoeleinden gebruik maakt van zijn privételefoon en buiten diensttijd bereikbaar dient te zijn (zie 2.1). Ter zitting is door klager voorts een verklaring overgelegd van zijn voorganger die stelt dat alle waarnemers en ambtenaren belast met de leiding van de VDA in het verleden een telefoontoelage hebben ontvangen. Verweerder heeft de door klager aangevoerde feiten en omstandigheden niet weersproken.
4.2
Het gerecht is van oordeel dat klager voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij voor dienstdoeleinden gebruik dient te maken van zijn privételefoon. Op grond van verweerders beleid, zoals vastgelegd in het Handboek, komt derhalve in aanmerking voor een telefoontoelage. Verweerder stelling klagers werkzaamheden voornamelijk binnen de dienst worden verricht, wat hier ook van zij, maakt dat niet anders.
4.3
Het bezwaar is gezien het voorgaande gegrond. De bestreden beschikking dient te worden vernietigd.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het bezwaar gegrond;
- vernietigt de bestreden beschikking van 30 mei 2018;
- bepaalt dat verweerder binnen een termijn van drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een nieuwe beslissing dient te nemen op het verzoek van klager.
Deze uitspraak is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in ambtenarenzaken te Aruba en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 25 maart 2019, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.