In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 25 maart 2019 uitspraak gedaan over het bezwaar van een ambtenaar, klager, tegen de afwijzing van zijn verzoek om een telefoontoelage. Klager, werkzaam als waarnemend hoofd bij de Veterinaire Dienst Aruba, had op 9 augustus 2017 verzocht om een telefoontoelage, welke op 30 mei 2018 door de minister van Toerisme, Volksgezondheid en Sport was afgewezen. De minister stelde dat klager voornamelijk binnen de dienst werkzaam was en daarom niet in aanmerking kwam voor de toelage. Klager voerde echter aan dat hij buiten kantooruren regelmatig gebruik maakte van zijn privételefoon voor dienstdoeleinden, en dat dit essentieel was voor zijn werkzaamheden, waaronder communicatie met verschillende diensten en organisaties. Tijdens de zitting op 4 februari 2019 heeft klager zijn standpunt toegelicht en een verklaring van zijn voorganger overgelegd, waaruit bleek dat eerdere waarnemers en ambtenaren van de VDA wel een telefoontoelage hadden ontvangen.
Het gerecht heeft overwogen dat klager voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij voor dienstdoeleinden gebruik maakt van zijn privételefoon. De stelling van de minister dat klager voornamelijk binnen de dienst werkt, doet hier niet aan af. Het gerecht heeft het bezwaar van klager gegrond verklaard, de bestreden beschikking vernietigd en bepaald dat de minister binnen drie maanden een nieuwe beslissing moet nemen op het verzoek van klager. Deze uitspraak biedt een belangrijke precedent voor ambtenaren die in vergelijkbare situaties een telefoontoelage aanvragen.