In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 11 maart 2019 uitspraak gedaan over het bezwaar van klager, een ambtenaar werkzaam bij het Departamento di Aduana, tegen een beslissing van de Gouverneur van Aruba. Klager had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van zijn periodieke verhoging per 1 februari 2017 en de verschuiving van de ingangsdatum van de eerstvolgende periodieke verhoging van 1 februari naar 1 augustus 2018. De Gouverneur had op 15 mei 2018 besloten om klager twee extra periodieken toe te kennen op basis van gevoerd beleid, dat als buitenwettelijk begunstigend beleid wordt gekarakteriseerd. Het gerecht heeft vastgesteld dat klager niet op grond van een wettelijke regeling recht heeft op deze extra periodieken, maar dat het beleid op consistente wijze is toegepast. Klager heeft aangevoerd dat de verschuiving van de ingangsdatum hem benadeelt in zijn carrière, maar het gerecht oordeelt dat de verschuiving van de datum van de eerstvolgende periodieke verhoging niet onredelijk is en dat het gevoerde beleid door de bestuursrechter terughoudend dient te worden getoetst. Het bezwaar van klager is ongegrond verklaard.