ECLI:NL:OGAACMB:2019:133

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
9 december 2019
Publicatiedatum
13 december 2019
Zaaknummer
AUA201901332
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluitvorming en bezwaar in ambtenarenzaken met betrekking tot benoeming en bevordering

In deze zaak heeft klager, de Gouverneur van Aruba, op 5 april 2018 een verzoek ingediend bij verweerder om benoeming in de functie van wachtcommandant/ploegleider bij Guarda Nos Costa (GNC) en om bevordering naar schaal 8. Aangezien verweerder niet tijdig op dit verzoek heeft beslist, heeft klager op 23 april 2019 bezwaar gemaakt bij het gerecht. De zitting vond plaats op 28 oktober 2019, waar klager werd bijgestaan door zijn gemachtigde, dhr. A. Lumenier.

Het gerecht heeft vastgesteld dat verweerder geen beslissing heeft genomen op het verzoek van klager, wat betekent dat klager mocht aannemen dat zijn verzoek was geweigerd. Het gerecht verwijst naar een eerdere uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van 21 oktober 2009, waarin werd vastgesteld dat de weigering om te beschikken niet als een afwijzende of goedkeurende beschikking kan worden gekwalificeerd. Dit biedt klager de mogelijkheid om een procedureel middel in te zetten om verweerder te bewegen tot besluitvorming.

De rechter heeft het bezwaar gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak schriftelijk op het verzoek van klager te beslissen. De uitspraak is gedaan door mr. M. Soffers op 9 december 2019, en beide partijen hebben het recht om hoger beroep in te stellen bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen.

Uitspraak

Uitspraak van 9 december 2019
GAZA nr. AUA201901332

GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[klager],

wonend te Aruba,
KLAGER,
procederend in persoon,
gericht tegen:

de Gouverneur van Aruba,

zetelend te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: dhr. A. Lumenier (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Klager heeft bij brief van 5 april 2018 aan verweerder verzocht om hem te benoemen in de functie van wachtcommandant/ploegleider bij Guarda Nos Costa (GNC) en om hem te bevorderen naar schaal 8.
Tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek heeft klager op 23 april 2019 bezwaar gemaakt bij het gerecht.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 28 oktober 2019, alwaar zijn verschenen klager bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd, en verweerder bij zijn gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1.1
Nu verweerder geen beslissing heeft genomen op het op 5 april 2018 ingediend verzoek van klager mocht hij, gelet op de aard van dat verzoek, ten tijde van het indienen van zijn bezwaarschrift aannemen dat verweerder heeft geweigerd op zijn verzoek te beslissen.
1.2
Nu verweerder nog altijd niet inhoudelijk op klagers verzoek heeft beslist, is het bezwaar gegrond. Het gerecht verwijst in dit verband naar de uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van 21 oktober 2009, ECLI:NL:ORBANAA:2009:BK9368, waaruit volgt dat de weigering te beschikken niet als een afwijzende beschikking, noch als een goedkeurende beschikking wordt gekwalificeerd. De mogelijkheid van het instellen van een rechtsmiddel tegen de weigering om te beschikken is dus een procedureel middel dat kan worden ingezet om het bestuursorgaan te bewegen tot besluitvorming. Verweerder zal derhalve alsnog een (reële) beslissing moeten nemen op het verzoek van klager van 5 april 2018. Het gerecht zal daartoe een termijn stellen van drie maanden na heden.
1.3
Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het bezwaar gegrond;
- draagt verweerder op om binnen een termijn van drie maanden na dagtekening van deze uitspraak schriftelijk op het verzoek van klager van 5 april 2018 te beslissen.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in ambtenarenzaken, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 9 december 2019 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.