ECLI:NL:OGAACMB:2019:132
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen bevordering in ambtenarenrecht
In deze zaak heeft klaagster, een ambtenaar bij het Bureau Ondersteuning Verslavingszorg, bezwaar gemaakt tegen een landsbesluit van de Gouverneur van Aruba, waarin haar bevordering naar de rang van adjunct-commies werd vastgesteld. Klaagster heeft op 16 mei 2017 een bezwaarschrift ingediend, nadat zij op 21 november 2016 was bevorderd. Het gerecht heeft de ontvankelijkheid van het bezwaar beoordeeld aan de hand van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak. Klaagster stelde dat zij de bestreden beslissing op 17 april 2017 had ontvangen en dat zij binnen de gestelde termijn had gehandeld. Het gerecht oordeelde dat klaagster ontvankelijk was in haar bezwaar, maar dat er geen procesbelang aanwezig was. Dit omdat het bezwaar zich niet richtte tegen de bevordering zelf, maar tegen de functiebenaming in het landsbesluit. Het gerecht concludeerde dat de functiebenaming klaagster niet belette om tegen een eventuele latere afwijzing van een verdere bevordering op te komen. Uiteindelijk werd het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat klaagster geen procesbelang had. De uitspraak werd gedaan door mr. D.J. Jansen op 9 december 2019.