In deze ambtenarenzaak heeft klaagster, de Gouverneur van Aruba, bezwaar gemaakt tegen de beslissing van verweerder om haar verzoek om bevordering naar de rang van commies 1ste klasse (schaal 9) niet in te willigen. Klaagster heeft op 8 maart 2019 bezwaar gemaakt tegen de bestreden beschikking, die op 24 oktober 2018 was genomen. Het gerecht heeft de zaak op 9 september 2019 behandeld en op 2 december 2019 uitspraak gedaan. De rechter oordeelt dat het verzoek van klaagster om gratificatie en waarnemingstoelage tardief is ingediend, omdat het verzoek op 3 mei 2013 is geregistreerd, wat in strijd is met het beleid van drie jaar terugwerkende kracht. Echter, het gerecht oordeelt ook dat de brieven van klaagster impliciet strekken tot een financiële tegemoetkoming voor de periode van waarneming, wat verweerder had moeten onderkennen. De bestreden beschikking is vernietigd voor zover het betreft het niet toekennen van een waarnemingstoelage voor de periode 2010 en later. Verweerder moet binnen drie maanden na de uitspraak een nieuwe beslissing nemen over de toekenning van de waarnemingstoelage voor deze periode. Klaagster heeft recht op vergoeding van proceskosten, die zijn begroot op Afl. 700,- aan gemachtigdensalaris.