In deze zaak is er een geschil tussen klaagster, een ambtenaar werkzaam bij de Directie Buitenlandse Betrekkingen (DBB) in Aruba, en de Minister van Algemene Zaken, Integriteit, Overheidszorg, Innovatie en Energie over de hoogte van de waarnemerstoelage die aan klaagster is toegekend. Klaagster heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de minister waarin een waarnemerstoelage van Afl. 1.914,25 is vastgesteld voor de jaren 2010 tot en met 2013. Klaagster betoogt dat de minister de waarnemerstoelage niet correct heeft berekend en dat zij recht heeft op een hogere toelage, namelijk op schaal 10, in plaats van de toegepaste schaal 8. Het gerecht heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de minister zich bij de berekening van de waarnemerstoelage heeft gebaseerd op het advies van de Departamento di Recurso Humano (DRH). Het gerecht oordeelt dat er geen onjuistheden in het advies van DRH zijn aangetoond en dat de minister conform het beleid heeft gehandeld. Het bezwaar van klaagster wordt ongegrond verklaard.