ECLI:NL:OGAACMB:2018:94

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
1 oktober 2018
Publicatiedatum
7 januari 2019
Zaaknummer
AUA201703404
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van fictieve beschikking wegens uitblijven van besluitvorming door de Gouverneur van Aruba

In deze zaak heeft klager, wonende te Aruba, bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de Gouverneur van Aruba, die hem op 7 juni 2016 had meegedeeld dat hij geen aanspraak kon maken op een pensioenuitkering. Klager heeft op 25 juli 2016 bezwaar gemaakt tegen deze beslissing. Het gerecht heeft eerder, op 21 augustus 2017, het bezwaar van klager gegrond verklaard en de afwijzing van de minister van Financiën en Overheidsorganisatie vernietigd. In die uitspraak is overwogen dat als de Gouverneur niet binnen drie maanden na de uitspraak op het verzoek van klager beslist, er sprake is van een fictieve weigering. Klager heeft op 11 december 2017 opnieuw bezwaar gemaakt, omdat de Gouverneur niet had beslist.

De zaak is behandeld op 28 mei 2018, waarbij klager in persoon aanwezig was en de Gouverneur vertegenwoordigd werd door mr. V.M. Emerencia. De rechter heeft vastgesteld dat de Gouverneur, ondanks de eerdere uitspraak, niet binnen de gestelde termijn van drie maanden een beslissing heeft genomen. Hierdoor heeft klager terecht aangenomen dat er sprake was van een fictieve weigering. Het gerecht heeft geoordeeld dat het bezwaar gegrond is en heeft de fictieve beschikking van de Gouverneur nietig verklaard. De rechter heeft de Gouverneur opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak schriftelijk op het verzoek van klager te beslissen.

De uitspraak is gedaan door mr. E.M.D. Angela en werd uitgesproken op 1 oktober 2018. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, waarbij een termijn van dertig dagen in acht moet worden genomen voor het indienen van het hoger beroep.

Uitspraak

Uitspraak van 1 oktober 2018
GAZA nr. AUA201703404
GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het bezwaar van:
[klager],
wonende te Aruba,
KLAGER,
procederend in persoon,
gericht tegen:
DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,
zetelende te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: A. Lumenier (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Bij brief 7 juni 2016 heeft de minister van Financiën en Overheidsorganisatie aan klager te kennen gegeven dat hij geen aanspraak kan maken op een uitkering bij wijze van pensioen.
Op 25 juli 2016 heeft klager daartegen bezwaar gemaakt.
Bij uitspraak van dit gerecht van 21 augustus 2017 (GAZA 1779/16) is het bezwaar van klager gegrond verklaard en is de afwijzende beschikking van de minister van Financiën en Overheidsorganisatie vernietigd. In rechtsoverweging 2.7 van voornoemde uitspraak heeft de rechter overwogen dat indien de Gouverneur niet binnen drie maanden na dagtekening van de uitspraak op het verzoek van klager heeft beschikt, er een zogenaamde fictieve weigering tot stand is gekomen als bedoeld in artikel 41, tweede lid, van de La.
Tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek heeft klager op 11 december 2017 bezwaar gemaakt bij het gerecht.
De zaak is behandeld ter zitting van 28 mei 2018, alwaar zijn verschenen klager in persoon en verweerder bij mr. V.M. Emerencia occuperende voor A. Lumenier.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Nu verweerder, gelet op de uitspraak van 21 augustus 2017 (GAZA 1779/16) niet binnen drie maande na dagtekening van die uitspraak een beslissing heeft genomen op het op 7 juni 2016 ingediend verzoek van klager mocht hij ten tijde van het indienen van zijn bezwaarschrift aannemen dat verweerder heeft geweigerd op zijn verzoek te beschikken. Naar het oordeel van het gerecht is het bezwaarschrift tegen deze (fictieve) weigering tijdig ingediend.
2.2
Nu verweerder nog altijd niet inhoudelijk op klagers verzoek heeft beslist, is het bezwaar gegrond en zal de bestreden (fictieve) beschikking nietig worden verklaard. Het gerecht verwijst in dit verband naar de uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van 21 oktober 2009, ECLI:NL:ORBANAA:2009:BK9368, waaruit volgt dat de weigering te beschikken niet als een afwijzende beschikking, noch als een goedkeurende beschikking wordt gekwalificeerd. De mogelijkheid van het instellen van een rechtsmiddel tegen de weigering om te beschikken is derhalve (primair) een procedureel middel dat kan worden ingezet om het bestuursorgaan te bewegen tot besluitvorming. Verweerder zal derhalve alsnog een (reële) beslissing moeten nemen op het verzoek van klager. Het gerecht zal daartoe een termijn stellen van drie maanden na heden.
2.3
Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het bezwaar gegrond;
- vernietigt de fictieve weigering van verweerder om te beslissen op het verzoek van klager van 7 juni 2016;
- draagt verweerder op om binnen een termijn van drie maanden na dagtekening van deze uitspraak schriftelijk op het verzoek van klager te beschikken.
Deze beslissing is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in ambtenarenzaken en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 1 oktober 2018 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.