Uitspraak
1.Aanduiding bestreden besluit
2.Het procesverloop
Feiten en standpunten
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft klager, een ambtenaar bij de politie van Sint Maarten, bezwaar aangetekend tegen de fictieve weigering van de Minister van Justitie om te beslissen op zijn verzoek tot bevordering tot de rang van inspecteur van politie en de toekenning van een waarnemingstoelage. Klager had in februari 2018 verzocht om zijn rechtspositie te herzien, maar de minister heeft hierop niet tijdig gereageerd. Klager heeft eerder, in 2012 en 2014, ook verzoeken ingediend, maar deze zijn eveneens onbeantwoord gebleven. Het gerecht heeft vastgesteld dat er sprake is van een onredelijke termijn waarbinnen de minister had moeten beslissen. De rechter oordeelt dat het bezwaar gegrond is en dat de minister binnen vier weken na de uitspraak moet beslissen op het verzoek van klager. Daarnaast is de minister veroordeeld tot betaling van proceskosten aan klager, vastgesteld op NAf 1.400,--.