ECLI:NL:OGAACMB:2018:88
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen het uitblijven van een besluit inzake de rechtspositie van een ambtenaar
In deze zaak heeft klaagster, wonende in Sint Maarten, een bezwaarschrift ingediend tegen de fictieve weigering van de Minister van Justitie van Sint Maarten om te beslissen op haar verzoek betreffende haar rechtspositie bij het Korps Politie Sint Maarten (KPSM). Klaagster was benoemd tot aspirant agent van politie, maar werd in 2012 geschorst en kreeg in 2013 te maken met een voorgenomen ontslag. Het Gerecht in Ambtenarenzaken heeft op 19 november 2018 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het bezwaar. Klaagster heeft op 11 april 2018 het bezwaarschrift ingediend, maar het Gerecht oordeelt dat dit onredelijk laat is gebeurd. De hoorzitting over het ontslag vond plaats in januari 2014, en sindsdien heeft klaagster geen actie ondernomen om het uitblijven van een besluit aan te vechten. Het Gerecht stelt vast dat er geen algemeen geldende termijn is voor het indienen van een bezwaar tegen het uitblijven van een besluit, maar dat het rechtsmiddel niet onredelijk laat mag worden ingediend. Klaagster heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij herhaaldelijk contact heeft gehad met de verweerder over haar ontslagprocedure. Het Gerecht concludeert dat klaagster onredelijk lang heeft gewacht met het indienen van haar bezwaar en verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.