4.2Ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder desgevraagd te kennen gegeven ook door de Gouverneur te zijn gemachtigd om hem in deze zaak te vertegenwoordigen en derhalve gemachtigd te zijn de rechtsgevolgen van de afwijzing voor rekening van de Gouverneur te doen komen. Onder deze omstandigheden is het bevoegdheidsgebrek geheeld.
5. Ter beoordeling ligt voor de vraag of verweerder op goede gronden heeft geweigerd klager te bevorderen naar de rang van hoofdtechnicus (schaal 8).
Bij de beoordeling stelt het gerecht voorop dat bevordering geen recht van de betrokken ambtenaar is noch een automatisme, doch een discretionaire bevoegdheid van het bevoegde gezag. Dit betekent dat het gebruik van die bevoegdheid door het gerecht slechts terughoudend kan worden getoetst. Bij die toetsing dient het gerecht te beoordelen of verweerder na afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot de bestreden beschikking heeft kunnen komen dan wel daarbij anderszins heeft gehandeld in strijd met enige rechtsregel of met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
6. Ingevolge artikel 13, eerst lid van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (hierna: LMA) geschieden aanstelling en bevordering, voor zover daaromtrent regelen zijn vastgesteld, overeenkomstig deze regelen.
Ingevolge artikel 4, lid 2 van de Bezoldigingsregeling Aruba 1986 (hierna: BRA), dient de ambtenaar om in aanmerking te kunnen komen voor een bevordering aan de voor de desbetreffende betrekking bedoelde eisen te voldoen en voorts voor de vervulling van die betrekking geschikt en bekwaam te worden geacht.
7. De wettelijke bevorderingseisen zijn cumulatief. Klager dient dan ook aan alle eisen te voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor een bevordering.
Aan de bestreden beschikking heeft verweerder ten grondslag gelegd dat klager niet aan alle bevorderingseisen voldoet, omdat hij negatief is beoordeeld op zijn prestatie over het jaar 2011.
8. Niet in geschil is dat klager in 2011 negatief is beoordeeld. Klager kan zich echter niet verenigen met deze negatieve beoordeling en voert – kort samengevat – aan dat verweerder de, bij de beoordeling, toegekende halve punten naar boven had moeten afronden op hele cijfers. Bij een afronding naar hele cijfers zou klager op een voldoende score uitkomen. Het beoordelingssysteem is dan ook in strijd met het rechtszekerheid- en zorgvuldigheidsbeginsel, aldus klager. Voorts voert klager aan dat verweerder ook het motiveringsbeginsel heeft geschonden, nu het voor klager niet duidelijk is gemaakt op welke onderdelen hij onvoldoende heeft gescoord.