ECLI:NL:OGAACMB:2018:71
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.M. Martinez
- Rechtspraak.nl
Eervol ontslag van ambtenaar in tijdelijke dienst en de rechtsgeldigheid van de opzegging
In deze zaak heeft klaagster, een ambtenaar in tijdelijke dienst, bezwaar aangetekend tegen het Landsbesluit van de Regering van Curaçao, waarin haar tijdelijke dienstverband per 1 januari 2018 werd opgezegd en haar eervol ontslag werd verleend per 1 april 2018. Klaagster stelde dat het besluit niet in stand kon blijven omdat zij zonder geldige reden en zonder inachtneming van de opzeggingstermijn was ontslagen. Het Gerecht in Ambtenarenzaken heeft het bezwaar behandeld op 30 juli 2018, waarbij klaagster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. B.L. Lie Atjam. De Regering van Curaçao werd vertegenwoordigd door mr. J.G. Ricardo en C. de Witt-Hamer.
Klaagster was sinds 1 augustus 2014 aangesteld als ambtenaar in tijdelijke dienst in de functie van docent. De Regering had haar in mei 2017 meegedeeld dat haar aanstelling niet zou worden verlengd, maar klaagster ontving pas op 5 april 2018 het bestreden besluit. Het Gerecht oordeelde dat klaagster, gelet op eerdere mededelingen, had moeten begrijpen dat haar aanstelling niet zou worden verlengd. De opzeggingstermijn van drie maanden was in acht genomen, en het Gerecht concludeerde dat het ontslag niet nietig was, ondanks dat de mededeling niet door het bevoegde gezag was gedaan.
Het Gerecht verklaarde het bezwaar ongegrond en oordeelde dat verweerster zonder enige motivering tot opzegging mocht overgaan. De omstandigheden die klaagster aanvoerde, konden niet leiden tot nietigverklaring van het besluit. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 13 september 2018 door mr. N.M. Martinez, rechter in ambtenarenzaken, in aanwezigheid van griffier mr. S.N. Aswani. Tegen deze uitspraak staat voor beide partijen binnen dertig dagen hoger beroep open bij de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken.