ECLI:NL:OGAACMB:2018:7
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen landsbesluit inzake bevordering ambtenaar
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van klaagster, die zich had verzet tegen een landsbesluit van 24 oktober 2016, waarbij zij met ingang van 1 september 2012 was bevorderd naar de rang van commies. Klaagster betwistte de juistheid van de bestreden beschikking met betrekking tot haar functie, uitloopschaal, niveau en anciënniteitsvereiste. Tijdens de zittingen is gebleken dat het Departamento di Recurso Humano (DRH) de door klaagster bestreden punten heeft erkend en een aanpassingsadvies heeft gegeven aan verweerder. Verweerder heeft echter tot op heden het bestreden landsbesluit niet ingetrokken of aangepast.
Het gerecht heeft de zaak op verschillende zittingen behandeld, waarbij klaagster in persoon en verweerder vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. J.O. Senchi, aanwezig waren. De rechter heeft vastgesteld dat verweerder de fouten in het landsbesluit erkent en deze zal corrigeren. Echter, omdat verweerder nog geen nieuw landsbesluit heeft geslagen, heeft het gerecht verweerder opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak een nieuw landsbesluit te nemen, met inachtneming van het advies van het DRH.
De uitspraak, gedaan op 22 januari 2018, verklaart het bezwaar van klaagster gegrond en vernietigt het bestreden landsbesluit. De rechter heeft benadrukt dat partijen het recht hebben om binnen dertig dagen na de uitspraak hoger beroep in te stellen, afhankelijk van hun aanwezigheid bij de uitspraak.