In deze zaak heeft klaagster, werkzaam als financieel medewerker bij Instituto di Alarma y Seguridad Aruba (IASA), bezwaar gemaakt tegen een mededeling van de Minister van Justitie. Deze mededeling, gedateerd 27 oktober 2016, hield in dat er werd afgezien van verdere disciplinaire procedures tegen klaagster, gelet op het tijdsverloop. Klaagster was van mening dat de bewoordingen van de mededeling haar in een kwaad daglicht stelden en dat dit haar toekomstige carrière zou kunnen benadelen. Ze verzocht om de mededeling te wijzigen zodat deze zou aangeven dat er geen verwijtbaar handelen van haar kant was.
Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba heeft de ontvankelijkheid van het bezwaar beoordeeld. Klaagster had het bezwaarschrift tijdig ingediend, binnen dertig dagen na ontvangst van de bestreden beschikking. Het gerecht oordeelde dat de mededeling van de Minister niet als een voor beroep vatbare beslissing kon worden aangemerkt, maar als een informatieve mededeling. Dit was gebaseerd op de bewoordingen van de brief en het feit dat de mededeling niet door het bevoegde gezag was gedaan.
Uiteindelijk concludeerde het gerecht dat het bezwaar niet-ontvankelijk was, omdat er geen procesbelang was. De uitspraak werd gedaan door mr. E.M.D. Angela op 25 juni 2018, en beide partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken.