ECLI:NL:OGAACMB:2018:49
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in ambtenarenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft verzoekster, een ambtenaar in Aruba, een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening bij het Gerecht in Ambtenarenzaken. Dit verzoek volgde op een landsbesluit van 6 februari 2018, waarbij verzoekster disciplinaire maatregelen waren opgelegd, waaronder terugzetting in rang en vermindering van haar bezoldiging. Verzoekster stelde dat zij een spoedeisend belang had, omdat zij per maand Afl. 200 minder ontving en hierdoor in financiële problemen dreigde te komen.
De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat verzoekster onvoldoende heeft aangetoond dat er sprake was van een zodanig spoedeisend belang dat zij niet kon wachten op de beslissing in de bodemzaak. De rechter merkte op dat hoewel verzoekster haar financiële situatie uiteenzette, zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet aan haar financiële verplichtingen kon voldoen.
Uiteindelijk heeft de rechter het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak werd gedaan op 18 juni 2018 door mr. A.J.H. van Suilen, ambtenarenrechter, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak volgens de Landsverordening ambtenarenrechtspraak.