ECLI:NL:OGAACMB:2018:48

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
18 juni 2018
Publicatiedatum
25 juni 2018
Zaaknummer
AUA201703567
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen fictieve weigering van de Gouverneur van Aruba om te beslissen op verzoek tot bevordering

In deze zaak heeft klager, wonend in Aruba, bezwaar aangetekend tegen de fictieve weigering van de Gouverneur van Aruba om te beslissen op zijn verzoek tot bevordering in verschillende schalen. Klager had in 2010 een verzoek ingediend om bevorderd te worden naar schaal 6, met daaropvolgende verzoeken voor hogere schalen in de jaren daarna. Ondanks herhaalde verzoeken en rappelbrieven heeft de Gouverneur geen inhoudelijke beslissing genomen. Klager diende op 22 december 2017 een bezwaarschrift in tegen het uitblijven van een beslissing. De zaak werd behandeld op 7 mei 2018, waarbij klager werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. R.P. Lee, en de Gouverneur werd vertegenwoordigd door mr. M.P. Jansen.

Het gerecht heeft geoordeeld dat het bezwaar gegrond is, omdat de Gouverneur niet tijdig heeft beslist op het verzoek van klager. De rechter verwijst naar een eerdere uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken, waarin werd vastgesteld dat de weigering om te beschikken niet als een afwijzende of goedkeurende beschikking kan worden gekwalificeerd. Dit betekent dat klager het recht heeft om een procedureel middel in te zetten om de Gouverneur te dwingen tot besluitvorming. De rechter heeft de Gouverneur opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak schriftelijk op het verzoek van klager te beslissen en heeft de bestreden fictieve beschikking nietig verklaard. Tevens is de Gouverneur veroordeeld tot vergoeding van de kosten voor rechtsbijstand van klager, tot een bedrag van Afl. 350,-.

Uitspraak

Uitspraak van 18 juni 2018
AUA201703567
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het bezwaar van:
[klager],
wonend in Aruba,
KLAGER,
gemachtigde: mr. R.P. Lee,
gericht tegen:
de Gouverneur van Aruba,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. M.P. Jansen (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Bij brief van 9 december 2010 heeft klager aan verweerder verzocht om hem ingaande 1 juni 2004 te bevorderen naar schaal 6, ingaande 1 juni 2006 naar schaal 7, ingaande 1 juni 2008 naar schaal 8 en ingaande 1 juni 2010 naar schaal 9. Bij brieven van 12 maart 2012, 15 april 2013, 1 juli 2013, 25 oktober 2013, 24 januari 2014, 23 april 2014, 30 mei 2014, 7 juli 2014, 7 augustus 2014, 8 september 2014, 19 november 2014, 22 december 2014, 5 februari 2015, 20 april 2015, 30 juni 2015, 31 juli 2015, 6 januari 2016 en 31 januari 2017 heeft klager gerappelleerd op vorenstaand verzoek.
Tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek heeft klager op 22 december 2017 een bezwaarschrift ingediend.
De zaak is behandeld ter zitting van 7 mei 2018, alwaar zijn verschenen klager bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd en verweerder vertegenwoordigd door zijn gemachtigden voornoemd.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

Ontvankelijkheid bezwaar

2.1
Weliswaar was bij het indienen van zijn bezwaarschrift nog geen jaar verstreken na het laatste verzoek van klager van 31 januari 2017, doch dit doet niet af aan het feit dat verweerder bekend is met het feit dat klager in aanmerking wenst te komen voor de verzochte bevorderingen. Immers klager had daar om al in 2010 een verzoek bij verweerder ingediend. Naar het oordeel van het gerecht is het bezwaarschrift tegen deze (fictieve) weigering tijdig ingediend.
Fictieve weigering
2.2
Nu verweerder (nog) geen beslissing heeft genomen op het op 9 december 2010 ingediende verzoek van klager mocht hij, gelet op de aard van dat verzoek, ten tijde van het indienen van zijn bezwaarschrift aannemen dat verweerder heeft geweigerd op zijn verzoek te beschikken.
2.3
Nu verweerder nog altijd niet inhoudelijk op klagers verzoek heeft beslist, is het bezwaar gegrond en zal de bestreden (fictieve) beschikking nietig worden verklaard. Het gerecht verwijst in dit verband naar de uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van 21 oktober 2009, ECLI:NL:ORBANAA:2009:BK9368, waaruit volgt dat de weigering te beschikken niet als een afwijzende beschikking, noch als een goedkeurende beschikking wordt gekwalificeerd. De mogelijkheid van het instellen van een rechtsmiddel tegen de weigering om te beschikken is derhalve (primair) een procedureel middel dat kan worden ingezet om het bestuursorgaan te bewegen tot besluitvorming. Verweerder zal derhalve alsnog een (reële) beslissing moeten nemen op het verzoek van klager. Het gerecht zal daartoe een termijn stellen van drie maanden na heden.
2.4
Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar gegrond;
vernietigt de bestreden (fictieve) weigering om te beslissen op het verzoek van klager van 9 december 2010;
draagt verweerder op om binnen een termijn van drie maanden na dagtekening van deze uitspraak schriftelijk op het verzoek van klager te beschikken.
veroordeelt verweerder tot vergoeding van de door klager gemaakte kosten voor rechtsbijstand, tot op heden begroot op een bedrag van Afl. 350,-.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, rechter in ambtenarenzaken, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag, 18 juni 2018 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: Binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: Binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.