ECLI:NL:OGAACMB:2018:44
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Disciplinair ontslag van ambtenaar wegens plichtsverzuim en integriteitsschending
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van een ambtenaar, klager, tegen de disciplinaire straf van voorwaardelijk ontslag die hem was opgelegd door de gouverneur van Aruba. De gouverneur had op 22 januari 2016, op basis van artikel 83 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma), de straf opgelegd vanwege plichtsverzuim. Klager had bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het gerecht oordeelde dat de gouverneur terecht had gehandeld. Het gerecht concludeerde dat klager, als operationeel directeur interim van het Departamento di Impuesto, zijn verantwoordelijkheden ernstig had verwaarloosd. Hij had nagelaten om controle uit te oefenen op de financiële uitgaven en had niet voldaan aan de wettelijke verplichtingen die aan zijn functie verbonden waren. Dit gedrag had geleid tot een schending van de integriteit en het vertrouwen die aan zijn functie waren verbonden.
Tijdens de zitting op 15 augustus 2016 werd het bezwaar van klager behandeld, waarbij zowel klager als zijn gemachtigde alsook de gemachtigde van de gouverneur aanwezig waren. Klager voerde aan dat de opgelegde straf onevenredig was in verhouding tot het verweten plichtsverzuim. Het gerecht oordeelde echter dat de gouverneur op goede gronden had geconcludeerd dat klager zich schuldig had gemaakt aan plichtsverzuim en dat de disciplinaire straf van voorwaardelijk ontslag gerechtvaardigd was. Het gerecht wees alle bezwaren van klager af en verklaarde het bezwaar ongegrond. De uitspraak werd gedaan door rechter W.J. Noordhuizen op 18 juni 2018.