ECLI:NL:OGAACMB:2018:40
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen disciplinaire straf opgelegd aan ambtenaar wegens ongeoorloofde afwezigheid
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van een klager tegen een disciplinaire straf die hem was opgelegd door de Gouverneur van Aruba. De klager had op 11 oktober 2017 een disciplinaire straf van gedeeltelijke inhouding van inkomen ter grootte van Afl. 125,- opgelegd gekregen, omdat hij op 15 oktober 2016 ongeoorloofd afwezig zou zijn geweest. Klager heeft op 21 november 2017 bezwaar gemaakt tegen deze beslissing. De zitting vond plaats op 16 april 2018, waar zowel klager als verweerder vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.
Het gerecht heeft vastgesteld dat klager zijn bezwaarschrift tijdig heeft ingediend, aangezien hij de bestreden beschikking op 24 oktober 2017 had ontvangen. Klager betwistte de beschuldiging van ongeoorloofde afwezigheid, stellende dat hij op de betreffende datum, 15 oktober 2016, niet op het werk hoefde te verschijnen omdat dit een zaterdag was en hij als 'dagloper' niet ingeroosterd was in het weekend.
Het gerecht heeft overwogen dat de bestreden beschikking op een onjuiste feitelijke grondslag is gebaseerd, omdat verweerder ter zitting heeft erkend dat de ongeoorloofde afwezigheid op 17 oktober 2016 had moeten zijn in plaats van 15 oktober 2016. Hierdoor kon de disciplinaire straf niet in stand blijven. Het bezwaar van klager werd gegrond verklaard, de bestreden beschikking werd vernietigd en verweerder werd veroordeeld in de proceskosten van klager, die op Afl. 700,- werden begroot. De uitspraak werd gedaan door mr. A.J.H. van Suilen op 28 mei 2018.