ECLI:NL:OGAACMB:2018:35
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen fictieve weigering van de Gouverneur van Aruba om te beslissen op verzoek tot bevordering of toelage
In deze zaak heeft klaagster, een ambtenaar te Aruba, op 30 augustus 2016 een verzoek ingediend om bevordering naar schaal 12 of om een toelage naar schaal 12. Aangezien er geen beslissing is genomen op dit verzoek, heeft klaagster op 29 september 2017 bezwaar gemaakt bij het Gerecht in Ambtenarenzaken. De verweerder, de Gouverneur van Aruba, heeft op 22 november 2017 een contramemorie ingediend. De behandeling van de zaak vond plaats op 19 februari 2018, waarbij alleen klaagster en haar gemachtigde aanwezig waren. De uitspraak is gedaan op 21 mei 2018.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de verweerder geen beslissing heeft genomen op het verzoek van klaagster, waardoor klaagster mocht aannemen dat er sprake was van een fictieve weigering. Het bezwaar is gegrond verklaard en de fictieve beschikking is nietig verklaard. Het Gerecht heeft verweerder opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak schriftelijk op het verzoek van klaagster te beslissen. Deze uitspraak is gedaan door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in ambtenarenzaken, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.
De partijen hebben het recht om hoger beroep in te stellen tegen deze eindbeslissing, binnen dertig dagen na de uitspraak, afhankelijk van hun aanwezigheid bij de uitspraak of de ontvangst van een afschrift van de uitspraak.