Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft klaagster, een ambtenaar in Aruba, bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar verzoek om bevordering naar de rang van commies in schaal 8. De minister van Volksgezondheid en Sport had in een brief van 10 april 2017 aangegeven dat haar functie bij de Sociale Verzekeringsbank maximaal gewaardeerd was op schaal 7, waardoor haar verzoek niet kon worden ingewilligd. Klaagster heeft hiertegen op 13 juni 2017 bezwaar gemaakt. Tijdens de zitting op 5 maart 2018 zijn zowel klaagster als de vertegenwoordiger van de verweerder verschenen.
Het gerecht heeft vastgesteld dat klaagster haar bezwaarschrift tijdig heeft ingediend, aangezien zij de bestreden beschikking op 15 mei 2017 heeft ontvangen. De rechter heeft ook geoordeeld dat de afwijzing van het verzoek om bevordering onbevoegd was, omdat alleen de Gouverneur bevoegd is om dergelijke beslissingen te nemen. Dit leidde tot de conclusie dat de afwijzing vernietigd moest worden. Klaagster voerde aan dat de afwijzing in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, maar het gerecht oordeelde dat er geen sprake was van ongelijkheidsbehandeling, omdat de fout in de beoordeling inmiddels was gecorrigeerd.
De rechter heeft het bezwaar gegrond verklaard, de afwijzing vernietigd, maar de rechtsgevolgen van de afwijzing in stand gelaten. Dit betekent dat de situatie zoals die was voor de afwijzing, blijft bestaan. De uitspraak is gedaan door mr. W.J. Noordhuizen op 16 april 2018, en partijen hebben het recht om binnen dertig dagen hoger beroep in te stellen.