ECLI:NL:OGAACMB:2018:21
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de wijziging van functiewaardering in het ambtenarenrecht
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 16 april 2018 uitspraak gedaan over het bezwaar van klaagster tegen de wijziging van haar functiewaardering. Klaagster, werkzaam bij de Sociale Verzekeringsbank, was in dienst sinds 1 maart 2004 en had verschillende bevorderingen doorgemaakt. In een Landsbesluit van 11 april 2017 werd de maximale functiewaardering voor haar functie gewijzigd van schaal 6 naar schaal 4. Klaagster maakte bezwaar tegen deze wijziging, omdat zij meende dat zij recht had op bevordering naar schaal 5, gebaseerd op het vertrouwen dat haar eerdere functiewaardering haar zou toestaan om door te groeien.
Het gerecht oordeelde dat verweerder voldoende aannemelijk had gemaakt dat de eerdere vermelding van schaal 6 een ambtelijke fout betrof. De functie van medewerker rapporteur, die klaagster bekleedde, was maximaal gewaardeerd op schaal 4. Het gerecht benadrukte dat een bestuursorgaan fouten moet kunnen corrigeren, mits dit binnen de grenzen van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur gebeurt. Klaagster had niet automatisch recht op bevordering naar schaal 5 of 6, en het gerecht concludeerde dat het bezwaar ongegrond was.
De uitspraak werd gedaan door mr. W.J. Noordhuizen, ambtenarenrechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting. Klaagster en verweerder waren aanwezig, waarbij verweerder werd vertegenwoordigd door mr. M.P. Jansen. De mogelijkheid tot hoger beroep werd ook uiteengezet, waarbij partijen binnen dertig dagen na de uitspraak beroep konden instellen.