ECLI:NL:OGAACMB:2018:12
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire procedure tegen ambtenaar wegens plichtsverzuim en te lange termijn voor oplegging straf
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van klaagster, die een disciplinaire straf had ontvangen van de Gouverneur van Aruba. De disciplinaire procedure tegen klaagster werd gestart op 6 mei 2015, naar aanleiding van ambtsberichten en rapporten. Klaagster werd verweten zich in een chatgroep respectloos en onzedelijk te hebben uitgelaten over haar leidinggevenden. De Gouverneur legde op 30 maart 2017 een disciplinaire straf op van gedeeltelijke inhouding van inkomen ter grootte van Afl. 375,-. Klaagster ging hiertegen in bezwaar, stellende dat de bestreden beslissing in strijd was met de beginselen van behoorlijk bestuur, met name het rechtszekerheidsbeginsel, omdat er meer dan 20 maanden verstreken waren tussen het verweten gedrag en de oplegging van de straf.
Het gerecht oordeelde dat, hoewel klaagster zich schuldig had gemaakt aan plichtsverzuim, de lange periode tussen het plichtsverzuim en de disciplinaire straf te lang was. Het gerecht verklaarde het bezwaar gegrond en vernietigde de beslissing van de Gouverneur. Tevens werd de Gouverneur veroordeeld tot betaling van de proceskosten van klaagster, die op Afl. 750,- werden begroot. Deze uitspraak werd gedaan op 12 maart 2018 door rechter W.J. Noordhuizen.