ECLI:NL:OGAACMB:2018:11
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid ambtenarenrechter in geschil over aanstelling ambtenaar
In deze zaak heeft verzoekster, die in Aruba woont, bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de Minister van Algemene Zaken om haar dienstverband met het Land per 31 januari 2018 te beëindigen. Verzoekster stelt dat zij als ambtenaar moet worden aangemerkt, omdat zij geen schriftelijke arbeidsovereenkomst met het Land heeft gesloten. Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba heeft echter geoordeeld dat verzoekster niet onder de definitie van ambtenaar valt zoals vastgelegd in de Landsverordening ambtenarenrechtspraak en de Landsverordening materieel ambtenarenrecht. De rechter heeft vastgesteld dat er geen schriftelijk aanstellingsbesluit van de Gouverneur is afgegeven, wat betekent dat de ambtenarenrechter in beginsel niet bevoegd is om te beslissen over het verzoekschrift van verzoekster. De rechter heeft ook overwogen dat verzoekster niet kan worden aangemerkt als ambtenaar, omdat zij geen arbeidsovereenkomst heeft en dus niet voldoet aan de criteria die in de wet zijn vastgesteld. De uitspraak is gedaan op 26 februari 2018, waarbij het gerecht zich onbevoegd heeft verklaard om van het verzoek tot het treffen van een beslissing bij voorraad en schorsing kennis te nemen.