In deze zaak heeft [klager] bezwaar aangetekend tegen de afwijzing van zijn benoeming tot sectordirecteur Economische Ontwikkeling en Innovatie bij het Ministerie van Economische Ontwikkeling. [klager] was als enige geschikte kandidaat voorgedragen door de recruitmentbureaus Balance en Aalse & Partners, maar de Regering heeft een andere kandidaat benoemd. Het Gerecht in Ambtenarenzaken heeft vastgesteld dat de afwijzing van [klager] in strijd was met de Eilandsverordening houdende regelen inzake een Sociaal Statuut (SSLC). De Regering had de aanbevelingen van het externe bureau voor werving en selectie moeten volgen, maar heeft dit nagelaten. Het Gerecht oordeelde dat de benoeming van de andere kandidaat onrechtmatig was en dat [klager] in de functie benoemd had moeten worden. Echter, gezien het rechtzekerheidsbeginsel en het feit dat [klager] geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om een voorlopige voorziening te vragen, werd zijn verzoek om met terugwerkende kracht te worden benoemd afgewezen. De Regering werd wel verplicht om de rechtspositie van [klager] binnen vier maanden aan te passen en hem te compenseren voor de geleden schade. Tevens werd de Regering veroordeeld tot betaling van een bijdrage in de kosten van juridische bijstand aan [klager].