ECLI:NL:OGAACMB:2017:5
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen toekenning gratificatie aan ambtenaar in Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van een klager tegen de toekenning van een gratificatie door de Gouverneur van Aruba. De klager, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. H.F. Falconi, had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van 16 mei 2016, waarbij hem een gratificatie van Afl. 500,- per jaar werd toegekend voor de jaren 2011 tot en met 2014. Klager was van mening dat hij recht had op een hogere gratificatie, gelijk aan een maandsalaris per jaar, en voerde aan dat hij erop had mogen vertrouwen dat deze hogere gratificatie zou worden toegekend, gebaseerd op een voorstel van de directeur van de Sociale Verzekeringsbank aan de minister van Volksgezondheid.
De Gouverneur, vertegenwoordigd door mw. mr. V.M. Emerencia, betwistte de claims van klager en stelde dat de toekenning van de gratificatie conform het vigerende gratificatiebeleid was en dat klager geen gerechtvaardigd vertrouwen had kunnen ontlenen aan het voorstel van de directeur van de SVb. Het gerecht overwoog dat de bevoegdheid om gratificaties toe te kennen discretionair is en dat de rechterlijke toetsing terughoudend dient te zijn. Het gerecht concludeerde dat de bestreden beslissing niet in strijd was met de wet of het gratificatiebeleid en dat klager geen recht had op een hogere gratificatie.
Uiteindelijk verklaarde het gerecht het bezwaar van klager ongegrond. De uitspraak werd gedaan op 13 februari 2017 door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in ambtenarenzaken te Aruba, en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Klager en verweerder hebben het recht om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing binnen dertig dagen na de uitspraak.