ECLI:NL:OGAACMB:2017:37

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
5 juni 2017
Publicatiedatum
11 juli 2017
Zaaknummer
GAZA nr. 860 van 2016
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de plaatsing van een ambtenaar in de functie van medewerker archiefselectie en de afwijzing van een overplaatsingsverzoek

In deze zaak heeft klaagster, een ambtenaar werkzaam bij Archivo Nacional Aruba, bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de Gouverneur van Aruba om haar definitief te plaatsen in de functie van medewerker archiefselectie. Klaagster was van mening dat zij in plaats daarvan geplaatst had moeten worden in de functie van 1ste medewerker archiefselectie of documentalist, waarvoor zij eerder had gesolliciteerd. De bestreden beslissing, genomen op 12 februari 2016, legde enkel de feitelijke plaatsing van klaagster vast, zonder impliciet een afwijzing van haar verzoek tot interne overplaatsing te zijn.

Tijdens de zitting op 13 maart 2017 heeft klaagster haar standpunt toegelicht, bijgestaan door haar gemachtigde, mr. L.A. Hernandis. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. I.L. Ras Orman, heeft de contramemorie ingediend. Het gerecht heeft de argumenten van klaagster en de overgelegde stukken zorgvuldig overwogen. Het gerecht concludeert dat de bestreden beslissing geen afwijzing van het overplaatsingsverzoek inhoudt, maar enkel de feitelijke plaatsing bevestigt.

De rechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat het bezwaar van klaagster ongegrond is en dat er geen mogelijkheid is voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. N.K. Engelbrecht op 5 juni 2017, waarbij klaagster en haar gemachtigde aanwezig waren. Klaagster heeft de mogelijkheid om binnen dertig dagen hoger beroep in te stellen tegen deze beslissing.

Uitspraak

Uitspraak van 5 juni 2017
GAZA nr. 860 van 2016
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van
de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) van:
[klaagster],
wonende in Aruba,
KLAAGSTER,
gemachtigde: mr. L.A. Hernandis,
gericht tegen:
de Gouverneur van Aruba,
zetelende in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. I.L. Ras Orman (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

1.1
Bij Landsbesluit van 12 februari 2016 (hierna: de bestreden beslissing), is klaagster met ingang van 1 december 2014 geplaatst in de functie van medewerker archiefselectie bij Archivo Nacional Aruba (hierna: ANA).
1.2
Op 14 april 2016 heeft klaagster hiertegen bezwaar gemaakt, door indiening van een pro-forma bezwaarschrift. Op 11 oktober 2016 heeft klaagster een bezwaarschrift ingediend.
1.3
Verweerder heeft op 16 november 2016 een contramemorie ingediend.
1.4
Het bezwaar is behandeld ter zitting van 13 maart 2017, alwaar zijn verschenen klaagster in persoon, bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd, en verweerder bij zijn gemachtigde voornoemd.
1.5
Hierna is uitspraak nader bepaald op heden.
2.
OVERWEGINGEN
2.1
Klaagster is het er niet mee eens dat zij bij de bestreden beslissing definitief is geplaatst in de functie van medewerker archiefselectie, en meent dat zij geplaatst had moeten worden in de functie van 1ste medewerker archiefselectie of van documentalist, nu zij destijds op deze functies heeft gesolliciteerd. Klaagster voert voorts aan dat deze functies nog vacant zijn en dat zij alsnog in één van deze functies geplaatst kan worden.
2.2
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting kan worden uitgegaan van de volgende feiten en omstandigheden.
2.2.1
Klaagster is, na een periode van non-activiteit en na het doorlopen hebben van een sollicitatieprocedure, met ingang van 1 december 2014 geplaatst in de functie van medewerker archiefselectie bij het ANA.
2.2.2
Sindsdien en tot op heden heeft klaagster daadwerkelijk de werkzaamheden behorende tot die functie uitgevoerd.
2.2.3
Bij de bestreden beslissing is deze feitelijke plaatsing vastgelegd.
2.2.4
Klaagster heeft bij brief van 13 april 2015 verzocht om intern overgeplaatst te worden in de functie van documentalist.
2.3
Het gerecht kan klaagster niet volgen in haar stelling dat de bestreden beslissing een afwijzing inhoudt van haar overplaatsingsverzoek van 13 april 2015. De bestreden beslissing behelst immers uitsluitend een vastlegging van de feitelijke plaatsing van klaagster in de functie van medewerker archiefselectie met ingang van 1 december 2014 en geen afwijzing – ook niet impliciet – van een (latere) interne overplaatsing.
2.4
Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat het bezwaar van klaagster ongegrond zal worden verklaard. Voor een kostenveroordeling biedt de La, gelet op dit resultaat, geen mogelijkheid.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, ambtenarenrechter, en uitgesproken ter zitting van maandag 5 juni 2017 in aanwezigheid van de griffier.
Ieder der partijen is bevoegd tegen een door het gerecht genomen met redenen omklede eindbeslissing als bedoeld in artikel 89, hoger beroep in te stellen (art. 97, eerste lid, LA).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak, indien de appellant in persoon of bij vertegenwoordiger dan wel gemachtigde bij de uitspraak tegenwoordig is geweest, en in de andere gevallen binnen dertig dagen na de dag van toezending of terhandstelling van een afschrift van de uitspraak, welke dag bij toezending aan de voet van het afschrift en bij terhandstelling op het ontvangstbewijs wordt vermeld (art. 98, eerste lid, LA).
Het hoger beroep wordt ingesteld door een beroepschrift aan de raad in te zenden ter griffie van die raad te Oranjestad (art. 98, tweede lid, LA).