Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
E ta na trabou pero a bisa e ta firma te ora e bin bek for di vakantie. Met vakantie tot 4 juli 2016.”
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft klager, wonend in Aruba, bezwaar gemaakt tegen een disciplinaire straf die hem door de Gouverneur van Aruba was opgelegd. De straf bestond uit een gedeeltelijke inhouding van zijn inkomen ter grootte van Afl. 1.500,-, opgelegd bij Landsbesluit van 30 mei 2016. Klager heeft op 3 augustus 2016 bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar het gerecht heeft geoordeeld dat dit bezwaar niet-ontvankelijk is. De rechter heeft vastgesteld dat klager op 2 juni 2016 een afschrift van de beschikking ter ontvangst is aangeboden, wat betekent dat deze datum geldt als de dag waarop hij redelijkerwijs kennis heeft kunnen dragen van de beschikking. Klager heeft echter geweigerd het afschrift in ontvangst te nemen, wat geen grond biedt voor een ander oordeel. De termijn voor het indienen van het bezwaar was verstreken, aangezien deze eindigde op 29 juni 2016. Klager heeft pas op 3 augustus 2016 bezwaar gemaakt, wat buiten de gestelde termijn viel. De rechter heeft geconcludeerd dat het bezwaar niet-ontvankelijk is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht op 6 maart 2017, en partijen hebben het recht om hoger beroep in te stellen binnen dertig dagen na de uitspraak.