ECLI:NL:OGAACMB:2017:114
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het bezwaar van een ambtenaar tegen zijn benoeming en bevordering in de functie van onderhoudsmedewerker
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 20 november 2017 uitspraak gedaan op het bezwaar van klager, een ambtenaar, tegen de beslissing van de Gouverneur van Aruba met betrekking tot zijn benoeming en bevordering. Klager was benoemd in de rang van onderhoudsmedewerker C met ingang van 1 september 2009 en bevorderd naar onderhoudsmedewerker B met ingang van 1 september 2015. Klager maakte bezwaar tegen deze besluiten, omdat hij van mening was dat hij eerder in een hogere schaal ingeschaald had moeten worden, namelijk in schaal 3 per 1 september 2013 en in schaal 4 per 1 september 2017.
Het gerecht oordeelde dat de Gouverneur niet pas na bijna acht jaar kon tegenwerpen dat klager niet voldeed aan de vereisten voor de functie. Het gerecht vond dat de Gouverneur onvoldoende had gemotiveerd waarom klagers rechtspositie niet eerder was rechtgetrokken. Klager had onbetwist gesteld dat hij pas op 2 mei 2017 op de hoogte was geraakt van de bestreden beschikking, waardoor zijn bezwaar tijdig was ingediend. Het gerecht verklaarde het bezwaar gegrond en vernietigde het landsbesluit van 11 april 2017, waarbij de benoeming en bevordering van klager waren vastgesteld. Tevens werd de Gouverneur veroordeeld tot betaling van de proceskosten van klager.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige en adequate communicatie van de werkgever naar de ambtenaar over zijn rechtspositie en de noodzaak voor de werkgever om tijdig in te grijpen als er twijfels zijn over de geschiktheid van een ambtenaar voor zijn functie. De beslissing heeft ook gevolgen voor de rechtskracht van eerdere landsbesluiten die niet zijn aangevochten.