ECLI:NL:OGAACMB:2016:81
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.M. Martinez
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen benoeming in functie binnen het Gereorganiseerde Korps Politie Curaçao
In deze zaak heeft [Klager] bezwaar aangetekend tegen de benoeming in de functie van Teamleider Gezamenlijke Meldkamer en Call Center binnen het Gereorganiseerde Korps Politie Curaçao (GKPC). [Klager] was werkzaam bij het Korps Politie Curaçao (KPC) en had sinds 2007 verschillende taken uitgevoerd die niet binnen zijn functiebeschrijving vielen. Hij was van mening dat hij recht had op een hogere functie dan de aangeboden volgfunctie, gebaseerd op zijn eerdere verantwoordelijkheden en de toezeggingen die hem waren gedaan tijdens de reorganisatie van het KPC.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de benoeming van ambtenaren in het GKPC geschiedt bij landsbesluit, ondertekend door de Minister van Justitie en de Gouverneur. De Korpschef had geen bevoegdheid om de benoeming te effectueren, waardoor de brief van de Korpschef slechts informatief was en geen rechtsgevolg had. Het Gerecht oordeelde dat de functie van Teamleider Gezamenlijke Meldkamer en Call Center een volgfunctie was en dat [Klager] in financieel opzicht erop vooruit was gegaan met zijn benoeming.
Het Gerecht heeft geconcludeerd dat er geen grond was voor de bezwaren van [Klager] tegen het landsbesluit en dat hij niet in aanmerking kwam voor een hogere functie, omdat hij geen bevorderingsverzoek had ingediend en de werkzaamheden die hij had verricht niet voldoende waren om aanspraak te maken op een hogere functie. De uitspraak werd gedaan op 14 oktober 2016, waarbij het Gerecht zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van het bezwaar en het bezwaar ongegrond verklaarde.