ECLI:NL:OGAACMB:2016:70
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen ingangsdatum bevordering na het behalen van VO-2 diploma
In deze zaak gaat het om het bezwaar van drie klagers tegen de ingangsdatum van hun bevordering naar schaal 5 in de functie van gevangenisinrichtingswerker. Klagers, die in Aruba wonen, hebben op 8 april 2016 bezwaar gemaakt tegen de landsbesluiten van 17 februari 2016, waarbij klager sub 1 met ingang van 1 juni 2015 en klager sub 2 en klager sub 3 met ingang van 1 november 2014 zijn bevorderd. De gemachtigde van klagers heeft ter zitting aangegeven dat klager sub 3 afstand doet van het bezwaar. De zaak is behandeld op 19 september 2016, waarbij klagers en hun gemachtigde aanwezig waren, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen.
Het gerecht heeft overwogen dat de klagers ontvankelijk zijn in hun bezwaar, omdat zij dit binnen de gestelde termijn hebben ingediend. Klagers zijn van mening dat zij met terugwerkende kracht naar 2012 bevorderd moeten worden, omdat zij onvoldoende tijd hebben gehad om de hertentamens van de VO-2 opleiding te behalen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de bevoegdheid van de verweerder om ambtenaren te bevorderen discretionair is en dat deze beslissing slechts terughoudend kan worden getoetst.
Na beoordeling van de feiten en omstandigheden heeft het gerecht geconcludeerd dat de verweerder in redelijkheid heeft kunnen besluiten om klagers pas te bevorderen na het behalen van het VO-2 diploma. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel door klagers is afgewezen, omdat zij onvoldoende concrete informatie hebben verstrekt. De uitspraak van het gerecht is dat het bezwaar van klagers ongegrond wordt verklaard.