ECLI:NL:OGAACMB:2016:58
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf van ontslag wegens plichtsverzuim van een gevangenbewaarder
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van een klager, die als gevangenbewaarder werkzaam was in het Korrektie Instituut Aruba. Klager had bezwaar gemaakt tegen de disciplinaire straf van ontslag die hem was opgelegd vanwege ernstig plichtsverzuim. Dit plichtsverzuim bestond uit het mishandelen van een geboeide gevangene, samen met enkele collega’s. Klager erkende de gedraging, maar betoogde dat de opgelegde straf te zwaar was, gezien de omstandigheden waaronder hij en zijn collega’s moesten werken. Hij voerde aan dat de zware en onveilige werkomstandigheden zijn gedrag hadden beïnvloed en dat het gelijkheidsbeginsel was geschonden, omdat andere betrokkenen niet waren bestraft.
Het gerecht oordeelde dat klager zich schuldig had gemaakt aan ernstig plichtsverzuim en dat de opgelegde disciplinaire straf van ontslag niet onevenredig was. De rechter benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van klager was om de veiligheid van de gedetineerden te waarborgen en dat zijn handelen niet te rechtvaardigen was, ongeacht de omstandigheden. De rechter verwierp ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel, omdat de situatie van de andere collega’s niet voldoende bewijs bood voor schending van dit beginsel. Uiteindelijk werd het bezwaar van klager ongegrond verklaard, en de rechter bevestigde de disciplinaire maatregel van ontslag.