ECLI:NL:OGAACMB:2016:22

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
21 maart 2016
Publicatiedatum
30 maart 2016
Zaaknummer
Gaza nr. 1602 van 2015
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluit tot bevordering in ambtenarenrechtelijke context met betrekking tot klaagster

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, is klaagster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P.M.E. Mohamed, in beroep gegaan tegen het uitblijven van een beslissing op haar bevorderingsverzoek. Klaagster had op 19 januari 2012 verzocht om bevordering naar schaal 9 per 1 november 2009 en naar schaal 10 per 1 november 2011. Dit verzoek werd later gerappelleerd op 11 februari 2015. Ondanks het indienen van het verzoek heeft verweerder, de Minister van Onderwijs en Gezin, geen beslissing genomen, wat klaagster noopte om op 24 juli 2015 bezwaar te maken tegen het uitblijven van een beslissing.

De zitting vond plaats op 18 januari 2016, waar klaagster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder. De rechter heeft vastgesteld dat de weigering van verweerder om te beslissen ongemotiveerd was en niet in stand kon blijven. De rechter heeft het bezwaar van klaagster gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen vier maanden na de uitspraak een beslissing te nemen op het bevorderingsverzoek.

De uitspraak werd gedaan op 21 maart 2016, waarbij de rechter de beslissing heeft genomen dat het bezwaar gegrond is en dat verweerder binnen de gestelde termijn moet handelen. Tevens is het meer of anders gevorderde afgewezen. De partijen zijn geïnformeerd over hun recht om hoger beroep in te stellen tegen deze beslissing, met inachtneming van de wettelijke termijnen en procedures.

Uitspraak

Uitspraak van 21 maart 2016
Gaza nr. 1602 van 2015
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het bezwaar van:
[ klaagster ],
wonende te Aruba,
KLAAGSTER,
gemachtigde: de advocaat mr. P.M.E. Mohamed,
tegen:
DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN GEZIN,
zetelende te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. V.M. Emerencia (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Bij brief van 19 januari 2012 heeft klaagster verzocht om haar met ingang van 1 november 2009 te bevorderen naar schaal 9 en met ingang van 1 november 2011 naar schaal 10. Dit verzoek heeft klaagster bij brief van 11 februari 2015 gerappelleerd.
Tegen het uitblijven van een beslissing op haar verzoek heeft klaagster op 24 juli 2015 bij dit gerecht bezwaar gemaakt.
De zaak is behandeld ter zitting van 18 januari 2016, alwaar zijn verschenen klaagster in persoon, bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd en verweerder bij zijn gemach-tigde voornoemd.
Uitspraak is hierna nader bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Vaststaat dat verweerder nog geen beslissing heeft genomen op het bevorderingsverzoek van klaagster. Deze ongemotiveerde weigering om te beslissen kan niet in stand blijven en dient te worden vernietigd. Het bezwaar van klaagster is in zoverre gegrond. Verweerder zal worden opgedragen om binnen een termijn van vier maanden na deze uitspraak een beslissing te nemen op het bevorderingsverzoek van klaagster.
2.2
Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar van klaagster gegrond.
bepaalt dat verweerder binnen een termijn van vier maanden na dagtekening van deze uitspraak een beslissing dient te nemen op bevorderingsverzoek van klaagster.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Deze uitspraak is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in ambtenarenzaken te Aruba en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag, 21 maart 2016, in tegenwoordigheid van de griffier.
Ieder der partijen is bevoegd tegen een door het gerecht genomen met redenen omklede eindbeslissing als bedoeld in artikel 89, hoger beroep in te stellen (art. 97, eerste lid, La).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak, indien de appellant in persoon of bij vertegenwoordiger dan wel gemachtigde bij de uitspraak tegenwoordig is geweest, en in de andere gevallen binnen dertig dagen na de dag van toezending of terhandstelling van een afschrift van de uitspraak, welke dag bij toezending aan de voet van het afschrift en bij terhandstelling op het ontvangstbewijs wordt vermeld (art. 98, eerste lid, La).
Het hoger beroep wordt ingesteld door een beroepschrift aan de raad in te zenden ter griffie van die raad te Oranjestad (art. 98, 2e lid, La).