ECLI:NL:OGAACMB:2016:11

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
18 januari 2016
Publicatiedatum
10 februari 2016
Zaaknummer
Gaza nr. 853 van 2015
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van een schaarste toelage en de consistentie van het beleid

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, gaat het om de toekenning van een schaarste toelage aan klaagster, die in bezwaar is gegaan tegen de ingangsdatum van deze toelage. Klaagster, die in Aruba woont en in persoon procedeert, is het niet eens met de beslissing van de Minister van Algemene Zaken, Wetenschap, Innovatie en Duurzame Ontwikkeling, die haar een schaarste toelage van 10% heeft toegekend met ingang van 1 oktober 2013. Klaagster verzoekt om deze toelage met terugwerkende kracht vanaf 1 april 2013 toe te kennen, in overeenstemming met de regeling waardering gekwalificeerde krachten. De Minister heeft echter aangevoerd dat de toekenning van de toelage in overeenstemming is met het beleid en dat er geen sprake is van inconsistente toepassing van dit beleid.

Het gerecht overweegt dat het beleid van de Minister, zoals vastgelegd in het handboek, buitenwettelijk begunstigend is en dat de rechterlijke toetsing zich beperkt tot de vraag of dit beleid consistent wordt toegepast. Het gerecht heeft vastgesteld dat klaagster de enige onderzoeker is bij de Algemene Rekenkamer Aruba en dat zij, na haar aanstelling, een stage in Nederland heeft gelopen. De rechter concludeert dat de Minister in redelijkheid de datum van de feitelijke tewerkstelling als basis voor de toekenning van de schaarste toelage heeft kunnen hanteren. Het bezwaar van klaagster wordt ongegrond verklaard.

De uitspraak is gedaan op 18 januari 2016 en klaagster heeft de mogelijkheid om binnen dertig dagen hoger beroep in te stellen. De rechter benadrukt dat de procedure voor hoger beroep duidelijk is vastgelegd in de wet, en dat klaagster zich hieraan moet houden om haar recht op hoger beroep te waarborgen.

Uitspraak

Uitspraak van 18 januari 2016
Gaza nr. 853 van 2015
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het bezwaar van:
[ xxxx ],
wonende in Aruba,
KLAAGSTER,
procederend in persoon,
tegen:
De Minister van Algemene zaken, Wetenschap, Innovatie enDuurzame ontwikkeling,
zetelende in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mw. mr. V.M. Emerencia (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Bij Ministeriële Beschikking van 30 maart 2015 no. 254/15 van verweerder (hierna: de bestreden beslissing), is aan klaagster met ingang van 1 oktober 2013 een schaarstetoelage van 10% van haar bezoldiging toegekend.
Daartegen heeft klager op 24 april 2015 bezwaar ingesteld bij dit gerecht.
De zaak is behandeld ter zitting van 24 augustus 2015, alwaar zijn verschenen klaagster in persoon en verweerder bij zijn gemachtigde voornoemd.
Hierna is uitspraak nader bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Klaagster is het niet eens met de datum waarop haar de schaarstetoelage van 10% is toegekend en heeft verzocht om vernietiging van de bestreden beslissing met bepaling dat die toelage, overeenkomstig de bepalingen van de regeling waardering gekwalificeerde krachten, haar zal worden verleend met ingang van 1 april 2013.
2.2
Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd en aangevoerd dat klaagster de schaarstetoelage is verleend overeenkomstig het beleid.
2.3
Het gerecht overweegt als volgt.
Het beleid van verweerder ter zake van de schaarstetoelage, zoals neergelegd in het handboek onder paragraaf 4.1.14 luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
Wie komen in aanmerking voor de schaarstetoelage?
Gekwalificeerde krachten welke, gezien de schaarste die er op Aruba heerst, moeilijk zijn aan te trekken voor de volgende diensten/directies (…):
(…)
● Algemene Rekenkamer
(…)
…met een opleiding HEAO (BE/AA/RA), volledige SPD, NIVRA opleiding tot en met de eerste fase, doctoraal bedrijfseconomie en registeraccountant, FEF, SEF, doctoraal bedrijfskunde (financieel-economische richting), doctoraal bestuurskunde (financieel-economische richting) en Master of Business Administration (MBA) (…)
De kern van de regeling is: het toekennen van een toelage van 10% oplopend met 5% per jaar tot een maximum van 20% van de bezoldiging aan de zittende en nieuw aan te trekken gekwalificeerde krachten die aan de opleidingseisen voldoen en goed functioneren.
Toelage van:
10% na een positieve beoordeling over een periode van zes (6) maanden;
(…)”
2.4
Het door verweerder gevoerde beleid betreft zogeheten buitenwettelijk begunstigend beleid. Naar vaste rechtspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken [1] dient de ambtenarenrechter het bestaan en de inhoud van dergelijk beleid als een gegeven te aanvaarden en blijft de rechterlijke toetsing als gevolg daarvan beperkt tot de vraag of het beleid consistent wordt toegepast.
2.5
Bij de beoordeling gaat het gerecht uit van de volgende feiten.
2.5.1
Klaagster is bij Landsbesluit van 9 januari 2015 met ingang van 1 april 2013 aangesteld als ambtenaar in tijdelijke dienst in de functie van onderzoeker bij de Algemene Rekenkamer Aruba (ARA).
2.5.2
Bij dat Landsbesluit is voorts vastgelegd dat klaagster vanaf 1 april 2013 tot 1 oktober 2013 een stage heeft gelopen bij de Algemene Rekenkamer in Nederland.
2.5.3
Klaagster heeft in 2013 haar HBO-opleiding Accountancy met succes afgerond, is in Nederland geworven en was tot 1 oktober 2013 in Nederland gevestigd.
2.5.4
Klaagster is met ingang van 1 oktober 2013 feitelijk met haar werkzaamheden bij de ARA begonnen.
2.5.5
Bij brief van 16 april 2014 heeft de Secretaris van de ARA verweerder verzocht om aan klaagster een schaarstetoelage van 10% van haar bezoldiging toe te kennen, onder mededeling dat klaagster op 16 april 2014 positief is beoordeeld op haar functioneren.
2.5.6
Aan klaagster is vervolgens met ingang van 1 oktober 2013 een schaarstetoelage toegekend.
2.6
Onder genoemde omstandigheden is van een inconsistente toepassing van het beleid niet gebleken. Klaagster is immers tot nu toe de enige onderzoeker bij de ARA, die nadat zij in Nederland is geworven, gelijktijdig met haar aanstelling in het dienstbelang een stage heeft gelopen in Nederland, voordat zij feitelijk met haar werkzaamheden bij de ARA heeft aangevangen. Naar het oordeel van het gerecht heeft verweerder in dit geval bij de toepassing van het beleid in redelijkheid de datum van de feitelijke tewerkstelling bij de ARA als datum voor toekenning van de schaarstetoelage kunnen hanteren.
2.7
Het vorenstaande leidt dan ook tot de conclusie, dat het bezwaar ongegrond is.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in ambtenarenzaken te Aruba en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 18 januari 2016, in tegenwoordigheid van de griffier.
Ieder der partijen is bevoegd tegen een door het gerecht genomen met redenen omklede eindbeslissing als bedoeld in artikel 89, hoger beroep in te stellen (art. 97, eerste lid, La).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak, indien de appellant in persoon of bij vertegenwoordiger dan wel gemachtigde bij de uitspraak tegenwoordig is geweest, en in de andere gevallen binnen dertig dagen na de dag van toezending of terhandstelling van een afschrift van de uitspraak, welke dag bij toezending aan de voet van het afschrift en bij terhandstelling op het ontvangstbewijs wordt vermeld (art. 98, eerste lid, La).
Het hoger beroep wordt ingesteld door een beroepschrift aan de raad in te zenden ter griffie van die raad te Oranjestad (art. 98, tweede lid, La).

Voetnoten

1.Vgl. RvBAz 2012/59437 en 2012/59511 van 9 april 2014