Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
1 april 2010 te worden bevorderd naar de rang van adjunct-commies 1ste klasse
(schaal 7), afgewezen.
2.OVERWEGINGEN
De ontvankelijkheid
1 mei 2010 bij de voorloper van X, de Directie Y (Y), heeft bekleed maximaal gewaardeerd was op schaal 8. Daarnaast stelt klaagster dat er ten onrechte geen juiste beoordeling heeft plaatsgevonden van haar functioneren alvorens zij met zwangerschapsverlof ging.
1 augustus 2006 in die functie is bevorderd naar de rang van adjunct-commies op het niveau van schaal 6. Vast staat ook dat klaagster in de periode 2010-2011 met zwangerschapsverlof is gegaan en langdurig arbeidsongeschikt is geweest en dat zij na de reorganisatie en instelling van de X met ingang van 1 mei 2012 niet is geplaatst bij deze dienst.
1 april 2010, dezelfde functie bekleedt. Dat er toen geen beoordeling heeft plaatsgevonden, kan klaagster niet worden tegengeworpen. Dat haar functioneren in die periode thans niet meer kan worden beoordeeld, is niet gesteld. Onduidelijk is overigens gebleven waarom zij nu (anno 2014) gunstig beoordeeld zou moeten worden om met ingang van een datum gelegen in het verleden (anno 2010) te kunnen worden bevorderd. Gelet hierop kan de motivering van verweerder, dat klaagster niet voldoet aan de bevorderingseis van een gunstige beoordeling , de weigering haar met ingang van 1 april 2010 te bevorderen dan ook niet dragen.