ECLI:NL:OCHM:2021:3

Constitutioneel Hof Sint Maarten

Datum uitspraak
30 november 2021
Publicatiedatum
6 december 2021
Zaaknummer
02/2021
Instantie
Constitutioneel Hof Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Wit
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van klachten door het Constitutioneel Hof van Sint Maarten

Op 17 september 2021 is er een verzoekschrift ingediend bij het Constitutioneel Hof van Sint Maarten door de regering van Sint Maarten. Dit verzoekschrift bevatte een groot aantal klachten over vermeende schendingen van grondrechten en andere bepalingen van de Staatsregeling. De verzoeker uitte grote bezorgdheid over het openbaar bestuur in Sint Maarten. Echter, volgens artikel 127 van de Staatsregeling heeft het Constitutioneel Hof alleen de taak om de verenigbaarheid van bekrachtigde wettelijke regelingen met de Staatsregeling te beoordelen. Aangezien geen van de klachten betrekking had op een wettelijke regeling die al in werking was getreden, was het Hof van mening dat het onbevoegd was om deze klachten te behandelen.

Daarnaast werd vastgesteld dat de verzoeker, los van de onbevoegdheid, niet ontvankelijk was. Artikel 127, tweede lid, van de Staatsregeling bepaalt dat een zaak alleen door een schriftelijk verzoek van de Ombudsman aan het Constitutioneel Hof kan worden voorgelegd. De wetgever heeft ervoor gekozen om individuele burgers geen directe toegang tot het Hof te geven, maar heeft de Ombudsman de rol van poortwachter toebedeeld. Dit betekent dat toetsingsverzoeken alleen via de Ombudsman aan het Hof kunnen worden voorgelegd.

In dit specifieke geval heeft de President van het Constitutioneel Hof, op basis van artikel 19 van de Landsverordening Constitutioneel Hof, besloten om het Hof onbevoegd te verklaren zonder verder onderzoek. De beschikking werd op 30 november 2021 in het openbaar uitgesproken door mr. Jacob Wit, de President van het Hof, in aanwezigheid van de griffier, Joan Becker LLB. De griffier is belast met het verzenden van een afschrift van deze beschikking aan de verzoeker, de regering en de Ombudsman.

Uitspraak

HET CONSTITUTIONEEL HOF VAN SINT MAARTEN

BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT

Zaaknummer: 02/2021
Op 17 september 2021 is ter griffie van dit Hof een verzoekschrift ingediend door:

[naam],

wonende [adres],

Sint Maarten.

Het verzoekschrift bevat een grote hoeveelheid klachten over beweerdelijke schendingen van diverse grondrechten en andere bepalingen van de Staatsregeling. De klachten getuigen van grote bezorgdheid van verzoeker omtrent het openbaar bestuur in Sint Maarten. Echter, blijkens artikel 127 van de Staatsregeling van Sint Maarten heeft het Constitutioneel Hof uitsluitend tot taak de verenigbaarheid met de Staatsregeling te beoordelen van bekrachtigde doch
nog niet in werking getreden wettelijke regelingen,
zoals landsverordeningen,en dient het Hof zich daartoe te beperken. Geen van de klachten heeft betrekking op een zodanige wettelijke regeling. Het is daarom reeds op het eerste gezicht glashelder dat het Constitutioneel Hof onbevoegd is om deze klachten in behandeling te nemen.
Daarnaast is het overigens evenzeer duidelijk dat verzoeker, ook los van het vorenstaande, niet in zijn verzoek kan worden ontvangen. Artikel 127, tweede lid, van de Staatsregeling stelt immers buiten twijfel dat een zaak uitsluitend door een schriftelijk verzoek van de
Ombudsmanbij het Constitutioneel Hof aanhangig kan worden gemaakt en niet, zoals in casu, door een schriftelijk verzoek van een willekeurige individuele burger. Blijkens de Memorie van Toelichting op de Staatsregeling heeft de wetgever, mede gelet op de abstracte aard van de constitutionele toetsing en de eventueel zeer ingrijpende gevolgen daarvan, aan de individuele burger geen rechtsstreekse toegang tot dit Hof willen geven, doch heeft men de Ombudsman, een onafhankelijke en boven de partijen staande autoriteit, in dezen een poortwachtersfunctie toebedeeld. Het is daarom uitsluitend door – in in ieder geval door tussenkomst van – de Ombudsman dat toetsingsverzoeken aan het Constitutioneel Hof kunnen worden voorgelegd.
In een geval als het onderhavige, zo bepaalt artikel 19, eerste lid, van de Landsverordening Constitutioneel Hof, kan de President van het Constitutioneel Hof, zonder dat enig nader onderzoek door het Hof is vereist, bij een met redenen omklede beschikking het Constitutioneel Hof onbevoegd (of een verzoeker niet ontvankelijk) verklaren.
Op deze gronden en mede gelet op artikel 19, tweede en derde lid, van genoemde Landsverordening wordt als volgt beslist.

BESCHIKKING:

Verklaarthet Constitutioneel Hof onbevoegd om deze zaak in behandeling te nemen;
Bepaaltdat de griffier een afschrift van deze beschikking aan verzoeker en de regering alsmede aan de Ombudsman zal doen toekomen.
Aldus gegeven en op 30 november 2021 in het Courthouse te Sint Maarten middels een videoverbinding in het openbaar uitgesproken door mr Jacob Wit, President van het Constitutioneel Hof van Sint Maarten, in tegenwoordigheid van de griffier, Joan Becker LLB.