ECLI:NL:KTGUTR:2000:AA7496
Kantongerecht Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging koopovereenkomst brommobiel wegens dwaling en bedrog
In deze zaak heeft de kantonrechter te Utrecht op 6 september 2000 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en een gedaagde over de vernietiging van een koopovereenkomst met betrekking tot een brommobiel. De eiser heeft de gedaagde aangeklaagd omdat hij meende dat de overeenkomst tot stand was gekomen op basis van bedrog en dwaling. De eiser had in augustus 1999 een brommobiel gekocht van een autobedrijf in Hilversum, maar kwam er kort na de aankoop achter dat de brommobiel niet het opgegeven merk en bouwjaar had. De gedaagde had de brommobiel als een Ligier van bouwjaar 1993 verkocht, terwijl deze in werkelijkheid een Marden uit 1987 bleek te zijn. De eiser vorderde ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de koopsom, vermeerderd met rente en invorderingskosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet voldoende had aangetoond dat hij de juiste informatie over de brommobiel had verstrekt. De rechter oordeelde dat de overeenkomst vernietigbaar was op grond van dwaling, omdat de gedaagde had moeten begrijpen dat de eiser de overeenkomst niet zou hebben gesloten als hij had geweten dat de brommobiel niet op het Nederlandse wegennet was toegelaten. De kantonrechter heeft de koopovereenkomst vernietigd en de gedaagde veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom van ƒ 8.500,--, met wettelijke rente vanaf 18 mei 2000. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op ƒ 1.315,--, inclusief salaris van de gemachtigde.
De uitspraak benadrukt het belang van correcte informatieverstrekking bij de verkoop van goederen en de rechten van consumenten bij dwaling en bedrog. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat de gedaagde zijn verplichtingen uit de overeenkomst niet was nagekomen, aangezien de brommobiel niet voldeed aan de eisen voor toelating op de Nederlandse wegen. De vordering van de eiser is dus volledig toegewezen, met uitzondering van de invorderingskosten, die zijn afgewezen.