ECLI:NL:KTGLEE:2001:AD6030
Kantongerecht Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad door aanrijding met loslopende hond op fietspad
In deze zaak vorderde eiser, [eiser], betaling van ƒ 645,15 van gedaagde, FBTO, na een aanrijding met zijn hond op het fietspad van het Van Wagtendonkpad. De aanrijding vond plaats op 28 december 2000, toen [B.] met zijn auto op het fietspad reed en de hond van [eiser] aanreed. Eiser stelde dat [B.] onrechtmatig handelde door op het fietspad te rijden, terwijl FBTO betwistte dat er sprake was van een onrechtmatige daad, en voerde aan dat de hond onverwacht het fietspad op liep.
De kantonrechter oordeelde dat artikel 185 van de Wegenverkeerswet 1994 niet van toepassing was, omdat dit artikel niet geldt voor schade aan loslopende dieren. De rechter concludeerde dat [B.] in strijd met het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) handelde door op het fietspad te rijden. Echter, de kantonrechter oordeelde dat de geschonden norm niet strekte tot bescherming van loslopende honden, maar van fietsers. Hierdoor was niet voldaan aan het relativiteitsvereiste voor een onrechtmatige daad.
De vordering van [eiser] werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De rechter benadrukte dat de geschonden norm niet de schade van [eiser] beschermde, en dat er onvoldoende bewijs was dat [B.] inbreuk had gemaakt op een subjectief recht van [eiser]. De zaak illustreert de complexiteit van aansprakelijkheid bij ongevallen met dieren en de noodzaak om de relevante wettelijke normen en hun beschermingsdoelen te overwegen.