ECLI:NL:HR:2025:867

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juni 2025
Publicatiedatum
5 juni 2025
Zaaknummer
24/04583
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitlevering van Franse nationaliteit naar Suriname t.z.v. moord en andere zware misdrijven

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 10 december 2024. Het beroep in cassatie is ingesteld door de opgeëiste persoon, die wordt verdacht van ernstige misdrijven, waaronder moord en zware mishandeling, en die door de Republiek Suriname wordt uitgeleverd. De advocaat T.E. Korff heeft namens de opgeëiste persoon een cassatiemiddel ingediend, waarin hij de Hoge Raad verzocht om de uitspraak van de rechtbank te vernietigen. De plaatsvervangend advocaat-generaal V.M.A. Sinnige heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft in zijn oordeel geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bepaald in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland in stand blijft. Dit arrest is gewezen door vice-president M.J. Borgers als voorzitter, samen met de raadsheren T. Kooijmans en F. Posthumus, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/04583 U
Datum10 juni 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 10 december 2024, nummer UTL-I-2024015360, op verzoek van de Republiek Suriname tot uitlevering
van
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1996,
hierna: de opgeëiste persoon.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon. Namens deze heeft de advocaat T.E. Korff bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De plaatsvervangend advocaat-generaal V.M.A. Sinnige heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 juni 2025.