ECLI:NL:HR:2025:799

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 mei 2025
Publicatiedatum
22 mei 2025
Zaaknummer
22/04919
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over opzettelijk invoeren van cocaïne en bewijsuitsluiting

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 mei 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De verdachte, geboren in Suriname, was in hoger beroep veroordeeld voor het opzettelijk invoeren van 4 kilogram cocaïne vanuit Suriname, in strijd met artikel 2.A van de Opiumwet. De verdediging voerde aan dat er sprake was van onherstelbaar vormverzuim, omdat het verhoor van de verdachte door de Koninklijke Marechaussee had plaatsgevonden zonder aanwezigheid van een advocaat en niet auditief was geregistreerd. Dit leidde tot een verweer tot bewijsuitsluiting van het verhoor.

Daarnaast werd er een bewijsklacht ingediend, waarbij de vraag werd gesteld of het hof kon oordelen dat de ingevoerde substantie cocaïne betrof, nu er een chemisch deskundigenrapport ontbrak. De advocaat-generaal M.E. van Wees concludeerde tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en tot verwerping van het cassatieberoep voor het overige.

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad was van mening dat het niet nodig was om te motiveren waarom dit oordeel was genomen, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Tevens werd ambtshalve beoordeeld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, was overschreden, wat leidde tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van 36 maanden naar 35 maanden. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de uitspraak van het hof vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en het beroep voor het overige verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/04919
Datum27 mei 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 27 december 2022, nummer 23-002096-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedatum] 1973,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben de advocaten J. Kuijper en D.W.E. Sternfeld bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal M.E. van Wees heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, doch uitsluitend wat betreft de strafoplegging, tot vermindering daarvan aan de hand van de gebruikelijke maatstaf, en tot verwerping van het cassatieberoep voor het overige.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof

De Hoge Raad doet uitspraak nadat meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dat brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 lid 1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van 36 maanden.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
- vermindert deze in die zin dat deze 35 maanden beloopt;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer A.L.J. van Strien als voorzitter, en de raadsheren C.N. Dalebout en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
27 mei 2025.