Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
27 mei 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 mei 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 13 december 2023 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1972, was betrokken bij de productie van MDMA-tabletten in een woning gelegen in een woonwijk. Het beroep in cassatie werd ingesteld door de verdachte, die werd bijgestaan door advocaat J.S. Nan. Deze advocaat heeft een cassatiemiddel ingediend, waarop de advocaat-generaal A.E. Harteveld concludeerde tot verwerping van het beroep. De raadsman van de verdachte heeft hierop schriftelijk gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst was dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het gerechtshof. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de eerdere uitspraak van het gerechtshof in stand blijft.