Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
13 mei 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 mei 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 juni 2023. De verdachte, geboren in 1987, was in hoger beroep veroordeeld voor bedreiging met een mes en onttrekking aan het verkeer van een multitool en vier messen. De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachte over de uitspraak van het hof beoordeeld. De eerste klacht betrof de vraag of bij de aangever in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen, gezien de afstand van 20 à 30 meter tussen de verdachte en de aangever. De tweede klacht ging over de onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen voorwerpen en of deze als gezamenlijkheid konden worden beschouwd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht. Het beroep is verworpen.